Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
van de vertaling van het vonnis van het Hof van Appèl te Tétouan, Marokko, van
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake het verhaal van bijstandsverlening door de gemeente Utrecht aan de man, die in Marokko is gehuwd met de vrouw. De rechtbank Midden-Nederland had eerder bepaald dat de man een onderhoudsplicht heeft en dat de gemeente het verhaalsbedrag op hem kan verhalen. De man heeft in hoger beroep vier grieven ingediend, waarin hij betwist dat de gemeente haar verhaalsbevoegdheid correct heeft toegepast en stelt dat de vrouw niet behoeftig is. Het hof overweegt dat de man zijn verplichtingen niet is nagekomen om informatie te verstrekken over zijn financiële situatie, wat essentieel is voor het vaststellen van zijn draagkracht en de behoefte van de vrouw en hun kind. Het hof concludeert dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat de gemeente terecht het verhaalsbedrag heeft vastgesteld. De grieven van de man falen, en het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank.