In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 17 juni 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de besluiten van het Instituut Mijnbouwschade Groningen beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 4 januari 2021 en 7 mei 2021, waarin een schadevergoeding voor mijnbouwschade werd toegekend. De rechtbank constateert dat verweerder het eerste besluit heeft gewijzigd door een aanvullende schadevergoeding toe te kennen. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiseres, waarbij zij zich richt op de beoordeling van verschillende schadeposten. De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het eerste besluit gegrond is, omdat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het bewijsvermoeden voor schade 40 weerlegd is geacht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit 1 en oordeelt dat verweerder een nieuw besluit moet nemen met betrekking tot schade 40. De rechtbank concludeert dat de motivering van verweerder onvoldoende is om het bewijsvermoeden te weerleggen, en dat er onvoldoende bewijs is geleverd om aan te tonen dat de schade niet door mijnbouwactiviteiten is veroorzaakt. Eiseres krijgt een vergoeding voor proceskosten en het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van schadeclaims in het kader van mijnbouwschade.