Uitspraak
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: [vergunninghoudster], gevestigd te [plaats], vergunninghoudster,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in de zaken LEE 22/1521 en LEE 22/1522, waarbij verzoeksters bezwaar maakten tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaren door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld. De zaak betreft de aanleg van een mountainbikeroute (MTB-route) in de nabijheid van het Natura 2000-gebied 'Drents-Friese Wold en Leggelderveld'. Verzoeksters stelden dat de publicatie van de omgevingsvergunning onduidelijk was en dat zij ten onrechte niet als belanghebbenden werden aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de brief van verzoeksters, waarin zij hun bezwaren uitten, ten onrechte niet als bezwaarschrift was aangemerkt. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen sprake was van een onverschoonbare termijnoverschrijding en dat de bezwaren van verzoeksters ontvankelijk waren. De voorzieningenrechter vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op de bezwaren van verzoeksters, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd een voorlopige voorziening getroffen, waarbij het primaire besluit werd geschorst tot zes weken na de beslissing op de bezwaren van verzoeksters. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder in de proceskosten van verzoeksters diende te worden veroordeeld en dat het griffierecht aan hen moest worden vergoed.