In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 20 april 2022 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen [A], een vrouw die in de uitoefening van haar werkzaamheden slachtoffer is geworden van mishandeling, en de stichting SDBO, haar werkgever, en haar aansprakelijkheidsverzekeraar Nationale Nederlanden (NN). [A] heeft letsel opgelopen door de mishandeling en stelt dat zij slachtoffer is van secundaire victimisatie door de onrechtmatige schadeafwikkeling door NN. De rechtbank heeft vastgesteld dat NN niet adequaat heeft gereageerd op de verzoeken van [A] en dat de afhandeling van haar letselschadezaak niet voortvarend is verlopen. Dit heeft geleid tot een toename van haar psychische klachten, waaronder een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van secundaire victimisatie en kent [A] een voorschot van € 5.000,00 toe, alsmede de proceskosten van € 8.264,60. De rechtbank benadrukt dat de lange looptijd van de schadeafhandeling en de gebrekkige communicatie van NN een negatieve impact hebben gehad op de situatie van [A].