Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procesgang
2.De feiten
brengt de werkhouding en inzet van [verzoeker][[verzoeker], toevoeging kantonrechter]
ter sprake. Hij heeft een aantal waarnemingen gedaan en signalen ontvangen waaruit hem blijkt dat het beter kan. Het gaat dan vooral om de aanvangstijden en pauzegedrag. Een paar voorbeelden worden besproken: [verzoeker] komt geregeld later binnen: Analyse van de Time Tell registraties van de afgelopen 4 vroege diensten laat zien dat de aanvangstijd vaak rond 15 minuten en meer, later is dan de officiële aanvangstijd van 7 uur. [werknemer verweerder] wijst hem erop dat het later beginnen van de printzaal een vertraging op de andere afdelingen (zoals Couverteren) veroorzaakt. (…) [verzoeker] geeft aan dat hij een machine wel eens op cleaning heeft staan en dat hij daar niet persé bij hoeft te blijven. Die tijd gebruikt hij dan om een sigaret te roken. [werknemer verweerder] zegt dat er dan mogelijk wel ander werk is wat hij in de tussentijd kan doen. (…)”
komt structureel te laat. [verzoeker] geeft als reden aan dat hij geen vroege vogel is. Hij komt ook te laat wanneer hij in de middagploeg werkzaam is, hiervoor heeft hij geen verklaring. [directrice][[directrice], toevoeging kantonrechter]
geeft aan dat dit niet geaccepteerd is. [verzoeker] krijgt hiervoor een laatste waarschuwing. (…)
ervoor zorgdragen dat hij niet meer te laat komt. (…)”
Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 818, nr. 3, p. 39 en 40) wordt daarvan onder meer als voorbeeld gegeven de situatie waarin de werknemer veelvuldig en zonder gegronde reden te laat op zijn werk verschijnt, hierdoor de bedrijfsvoering wordt belemmerd en de werkgever de werknemer hier al tevergeefs op heeft aangesproken. Met Data B. is de kantonrechter van oordeel dat deze situatie zich met betrekking tot [verzoeker] voordoet en maakt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Daarbij is van belang dat [verzoeker] gedurende geruime tijd veelvuldig op het te laat komen is gewezen, verbetering heeft beloofd en verbetering is uitgebleven. Ook betrekt de kantonrechter daarbij dat Data B. er belang bij heeft dat [verzoeker] zijn werkzaamheden op de vastgestelde tijdstippen aanvangt, dat de afdelingen binnen Data B. van elkaar afhankelijk zijn en Data B. onweersproken klachten over vertragingen heeft ontvangen. Tot slot is van belang dat [verzoeker] tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht dat de reden voor het te laat komen is gelegen in de omstandigheid dat hij ’s ochtends moeilijk op gang kan komen. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit geen gegronde reden en behoort dit niet voor rekening van Data B. als werkgever te komen.