In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 29 april 2022, hebben eisers, wonende in Kropswolde, beroep ingesteld tegen de besluiten van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Deze besluiten, genomen op 11 februari en 20 mei 2021, weigerden de aanvragen voor vergoeding van waardedaling van hun woning, die zij sinds 1 oktober 2015 in eigendom hebben. De verweerder stelde dat er geen waardedaling had plaatsgevonden, gebaseerd op de methode van Atlas voor gemeenten, die de waardedaling abstract begroot. Eisers voerden aan dat de fysieke schade aan hun woning, die gedeeltelijk vergoed was, wel degelijk leidde tot een waardedaling.
De rechtbank overwoog dat de beleidsmatige keuze van verweerder om de waardedaling te berekenen op basis van de Atlas-methode redelijk was. Eisers kwamen niet in aanmerking voor het imago-effect, omdat zij de woning na de relevante datum van 16 augustus 2012 hadden verworven. De rechtbank concludeerde dat er geen beving met een grondsnelheid van minimaal 2,9 mm/s had plaatsgevonden na de aankoop van de woning door eisers, en dat de fysieke schade niet relevant was voor de waardedaling.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de besluiten van verweerder in stand bleven. Eisers kregen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door rechter J.H.M. Hesseling, in aanwezigheid van griffier M. Dijk, en werd openbaar uitgesproken op 29 april 2022.