In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen RBC-Consultants en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de afwijzing van subsidieaanvragen en de terugvordering van eerder verleende subsidies. De rechtbank oordeelde dat de minister acht aanvragen voor subsidie op grond van de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers (TSOV) terecht had afgewezen en € 76.200,- aan eerder verleende subsidie had herzien en teruggevorderd. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet had voldaan aan de vereisten van de TSOV, met name het gebruik van de voorgeschreven formats 1.1 en 1.2, die essentieel zijn voor de subsidietoekenning. Eiseres had in alle 135 ontwikkeltrajecten geen gebruik gemaakt van deze formats, wat leidde tot de afwijzing van de aanvragen en de terugvordering van de subsidies. Echter, de rechtbank vond dat de minister onvoldoende inzicht had gegeven in de belangenafweging bij de terugvordering van het totale subsidiebedrag. De rechtbank oordeelde dat eiseres te goeder trouw was in haar keuze voor de door haar gebruikte methode en dat er geen aanwijzingen waren voor frauduleus handelen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om opnieuw op het bezwaarschrift van eiseres te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.