Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Overigens merkt verweerder op dat de methode van Atlas periodiek geactualiseerd wordt. Zo is verweerder op het moment bezig met een actualisatie naar een nieuwe peildatum, 1 januari 2021. In dat kader zal ook het risicogebied opnieuw worden afgebakend. In deze actualisatie worden ook de schademeldingen na 1 januari 2019 betrokken. Daarmee is niet gegeven dat [woonplaats] , na actualisatie, wel tot het risicogebied zal behoren. Ook de drempelwaardes voor afbakening kunnen, na actualisatie, afwijken van de huidige methode.
Eiser heeft ter zitting een satellietfoto getoond, waarop te zien is dat zijn postcodegebied enkel niet volledig omsloten is door het risicogebied, doordat er een pad loopt dat niet in het risicogebied valt. Dit is, volgens eiser, zo’n klein gedeelte dat eigenlijk sprake is van (bijna) volledige omsluiting van het postcodegebied.
Voorts zouden in de enclaves meerdere bevingen hebben plaatsgevonden die de drempelwaarde van 2,9 mm/s hebben gehaald. Eiser heeft, via de website van verweerder, de trillingstool geraadpleegd en daarbij zijn adres ingevoerd. Hieruit bleek dat er een beving had plaatsgevonden met een grondsnelheid van 4,28 mm/s. Ook in het postcodegebied van eiser is daarom sprake geweest van relevante bevingen.
Voorts heeft eiser gesteld dat in zijn postcodegebied een relevante beving is geweest met een grondsnelheid van 4,28 mm/s. Eiser geeft aan dat het feit dat er relevante bevingen – boven de drempelwaarde van 2,9 mm/s – in de enclaves hebben plaatsgevonden een reden was voor verweerder om de enclaves toe te voegen aan het risicogebied. Verweerder heeft hier niet op gereageerd. Verweerder dient (nader) te motiveren of er inderdaad een relevante beving is geweest in het postcodegebied van eiser en hoe het feit dat zo’n beving heeft plaatsgevonden invloed heeft op de beslissing om een gebied al dan niet tot het risicogebied te rekenen. Heeft dit bijvoorbeeld een rol gespeeld bij de keuze om de enclaves wel tot het risicogebied te rekenen en zo ja, in welke mate dit van belang is geweest?