ECLI:NL:RBNNE:2021:941

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
24 maart 2021
Zaaknummer
18/750073-17 tussenvonnis
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de verdachte in een hennepplantagezaak

Op 19 maart 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Leeuwarden, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het telen van hennepplanten. De zaak betreft een tenlastelegging waarbij de verdachte wordt verweten dat hij in de periode van 1 april 2017 tot en met 20 juli 2017, samen met anderen of alleen, opzettelijk een grote hoeveelheid hennepplanten heeft geteeld en/of bewerkt in een boerderij te Raard. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting van 5 maart 2021, omdat hij de dagvaarding pas op 9 maart 2021 had ontvangen. Dit leidde tot de beslissing van de rechtbank om het onderzoek te heropenen, zodat de verdachte de kans krijgt om zich te verdedigen.

De rechtbank heeft overwogen dat het recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), vereist dat de verdachte de mogelijkheid krijgt om zijn verdediging te voeren. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en de zitting te schorsen, met de opdracht om de verdachte op een later tijdstip opnieuw op te roepen. Dit tussenvonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, met mr. K. Post als voorzitter en mr. G.W.G. Wijnands en mr. B.F. Hammerle als rechters, bijgestaan door griffier W. van Goor.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/750073-17

Tussenvonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

19 maart 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 maart 2021. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M. Scharenborg.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2017 tot
en met 20 juli 2017 te Raard, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een boerderij, althans een pand op of aan het perceel [straatnaam], heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (telkens) (in totaal) ongeveer 1482 hennepplanten, althans
1087 hennepplanten en/of 395 hennepstekken, althans delen daarvan, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet.

Heropening van het onderzoek

Gedurende de beraadslaging van de rechtbank heeft verdachte per e-mail d.d. 15 maart 2021 de rechtbank geïnformeerd dat hij pas op 9 maart 2021 de dagvaarding voor de zitting van 5 maart 2021 had ontvangen. Ook heeft verdachte verzocht het onderzoek te heropenen teneinde een eerlijk proces te kunnen voeren waarbij hij zichzelf kan verdedigen.
De rechtbank overweegt dat verdachte niet bij de zitting aanwezig was omdat de dagvaarding hem kennelijk te laat heeft bereikt. Gelet op jurisprudentie van het EHRM inzake het aanwezigheidsrecht is de rechtbank van oordeel dat verdachte alsnog de mogelijkheid moet krijgen om zijn verdediging te voeren op een nader te bepalen zittingsdatum.
De rechtbank ziet gezien het voorgaande aanleiding om het onderzoek te heropenen.

BESLISSING

De rechtbank:
heropent het onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting, tezamen met de ontnemingsvordering;
beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen dag en tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. K. Post, voorzitter, mr. G.W.G. Wijnands en mr. B.F. Hammerle, rechters, bijgestaan door W. van Goor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 maart 2021.
Mr. G.W.G. Wijnands en mr. B.F. Hammerle zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.