Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 november 2020 houdende verzoek tot het verlenen van verlof voor het instellen van hoger beroep en aanhouding van de procedure voor het overige;
- de akte uitlating van [gedaagde].
2.Kern van de zaak
3.Het verzoek
door [gedaagde] abusievelijk "Rechtbank Enschede" genoemd, de rechtbank zal dit verbeterd lezen). Verder wijst [gedaagde] erop dat de dagvaarding nietig is, nu deze geen eis en de gronden daarvan bevat. Ten slotte heeft Dura Vermeer volgens [gedaagde] reeds hoger beroep ingesteld voordat de rechter in eerste aanleg over het daarvoor vereiste verlof heeft beslist, op grond waarvan Dura Vermeer niet in haar verzoek kan worden ontvangen.
4.De beoordeling
uitsluitendde rechter voor wie een eerdere deelgeschilprocedure aanhangig is geweest, relatief bevoegd is om van een latere bodemprocedure tussen partijen, betreffende hetzelfde geschil, kennis te nemen. Dit kan uit de hiernavolgende passages uit de parlementaire geschiedenis worden afgeleid.
exclusiefrelatief bevoegd is om van de daaropvolgende bodemprocedure kennis te nemen. Met het woord 'tevens' in de tweede volzin van artikel 1019x lid 2 Rv wordt niet bedoeld dat de rechter die reeds eerder het deelgeschil heeft behandeld naast overigens relatief bevoegde rechters (relatief) bevoegd is om van de zaak ten principale kennis te nemen. Hiermee wordt juist bedoeld dat deze rechter niet alleen bevoegd is om een volgend deelgeschil te behandelen, maar ook de zaak ten principale. [1]