ECLI:NL:RBNNE:2021:603

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2021
Publicatiedatum
24 februari 2021
Zaaknummer
8754906 \ CV EXPL 20-6426
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loondoorbetaling bij ziekte en gerechtvaardigd vertrouwen van de werknemer

In deze zaak gaat het om de vraag of een werknemer, die tijdens zijn arbeidsongeschiktheid enige tijd 100% van zijn loon heeft ontvangen, gerechtvaardigd kan vertrouwen op verdere volledige loondoorbetaling. De werknemer, [eiser], was sinds 23 maart 2020 arbeidsongeschikt en had eerder 100% van zijn loon ontvangen van zijn werkgever, Target Lasergame. Echter, na enkele maanden ging Target over tot 70% loondoorbetaling, wat leidde tot een geschil. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op 100% doorbetaling, omdat dit slechts gedurende een korte periode was gebeurd en er geen bijkomende omstandigheden of toezeggingen waren die dit vertrouwen konden onderbouwen. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiser] af en compenseerde de proceskosten, waardoor iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken en communicatie tussen werkgever en werknemer over loondoorbetaling tijdens ziekte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rolnummer: 8754906 \ CV EXPL 20-6426
vonnis van de kantonrechter d.d. 23 februari 2021
inzake
[eiser],
wonende te [adres] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. R. Tamourt, advocaat te Burgum,
tegen
1. de vennootschap onder firma
TARGET LASERGAME,
gevestigd te Groningen,
en haar vennoten:
2.
[gedaagde sub 2] ,
wonende te [adres] ,
3.
[gedaagde sub 3] ,
wonende te [adres] ,
gedaagden, hierna te noemen: Target, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] en samen Target c.s.,
gemachtigde: mr. P.H.F. Yspeert, advocaat te Groningen.
Procesverloop
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, die tevens een eiswijziging bevat;
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is per 1 juni 2017 in dienst getreden van Verkeersgroep.nl, een onderdeel van de onderneming van Target, in de functie van verkeersregelaar. Het dienstverband is aangegaan op oproepbasis tegen een brutoloon van € 12,00 per uur. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.2.
[eiser] is sinds 23 maart 2020 arbeidsongeschikt.
2.3.
Target heeft [eiser] in de maanden maart, april en mei 2020 100% van zijn loon betaald. In de maanden juni en juli 2020 heeft Target [eiser] 70% van zijn loon betaald.
2.4.
De gemachtigde van [eiser] heeft Target bij e-mail van 7 juli 2020 over de verminderde loondoorbetaling geschreven:
“(…) Kort en goed: u heeft de loonbetalingen van cliënt gewijzigd van 100% naar 70%. Dit is onjuist daar u reeds 100% heeft betaald en cliënt daar dan ook gerechtvaardigd vertrouwen uit mag halen dat u eveneens in juni 2020 en daarna 100% blijft doorbetalen.
Bij deze aan u het verzoek uiterlijk binnen 14 dagen na dagtekening aan cliënt nabetaling te doen tot 100%. Mocht u daartoe niet overgaan dan zal ik cliënt adviseren daartoe een procedure te starten.”
2.5.
Target is niet tot de door [eiser] gevraagde nabetaling overgegaan.
2.6.
Ook in de maanden augustus tot en met november 2020 heeft Target [eiser] 70% van het loon doorbetaald tijdens diens arbeidsongeschiktheid.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert, na wijziging van eis, dat de kantonrechter Target c.s. veroordeelt:
(a) tot betaling van € 2.244,00 bruto aan achterstallig loon, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%, (b) tot verstrekking van een deugdelijke bruto/netto-specificatie van het achterstallig loon waarin de onder (a) genoemde betaling is verwerkt, op straffe van verbeurte van dwangsommen, (c) betaling van de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, (d) betaling van een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel BIK, een en ander (e) met veroordeling van Target c.s. in de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat Target bij hem het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat zij tijdens zijn arbeidsongeschiktheid 100% van het loon zou blijven doorbetalen, nu Target hem gedurende de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid volledig heeft doorbetaald. Volgens vaste rechtspraak mag een werknemer in een dergelijk geval ervan uitgaan dat de werkgever dat daarna ook blijft doen. aldus [eiser] . [eiser] stemde hierop ook zijn gebruikelijke bestedingen af. In totaal heeft Target aan [eiser] , berekend tot en met de maand november 2020, 6 x € 374,00 =
€ 2.244,00 bruto te weinig aan loon doorbetaald.
3.3.
Target c.s. concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.4.
Target c.s. voert tot haar verweer het volgende aan. Het is bij Target niet gebruikelijk dat een werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid 100% van het loon krijgt doorbetaald in plaats van de 70% waarvan de wet uitgaat. Tijdens de eerste twee (volledige) maanden van arbeidsongeschiktheid heeft Target uit coulance aan [eiser] 100% van het loon doorbetaald, maar hieraan mocht [eiser] niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat hij ook nadien volledig zou worden doorbetaald tijdens zijn arbeidsongeschiktheid. Daarvoor moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden en die zijn hier niet aan de orde, zo meent Target c.s.
3.5.
Op de stellingen van partijen zal hierna – voor zover nodig – verder worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze zaak is in essentie één vraag aan de orde: mocht [eiser] , die nadat hij arbeidsongeschikt is geworden enige tijd 100% loondoorbetaling van Target ontving, gerechtvaardigd erop vertrouwen dat Target hem óók tijdens de verdere duur van zijn arbeidsongeschiktheid zijn volledige loon zou doorbetalen? De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. Hij zal dat oordeel hierna uitleggen.
4.2.
Artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de werknemer gedurende de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid het recht behoudt op doorbetaling van 70% van zijn loon. Dat is het uitgangspunt. Uit een cao of de individuele arbeidsovereenkomst kan een recht op een hoger doorbetalingspercentage voortvloeien, maar daarvan is hier - zo is tussen partijen niet in geschil - geen sprake. In beginsel kon en kan Target daarom volstaan met doorbetaling van 70% van het loon van [eiser] tijdens diens arbeidsongeschiktheid.
4.3.
Uit de enkele omstandigheid dat Target aan [eiser] vanaf de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid enige tijd 100% van het loon heeft doorbetaald, mocht [eiser] naar het oordeel van de kantonrechter niet het gerechtvaardigde vertrouwen ontlenen, dat hij tijdens zijn verdere arbeidsongeschiktheid óók volledige loondoorbetaling zou ontvangen. Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden nodig, waarbij valt te denken aan een lange, onafgebroken periode van onverplichte volledige doorbetaling van het loon of een concrete toezegging van de zijde van de werkgever. Het een noch het ander doet zich hier echter voor. Per saldo heeft Target immers gedurende slechts iets meer dan twee maanden (23 maart - 31 mei 2020) het loon van [eiser] volledig doorbetaald tijdens diens arbeidsongeschiktheid, waarna zij alsnog is overgegaan tot 70% loondoorbetaling. Dat is een te korte periode om het door [eiser] gestelde vertrouwen te kunnen wekken. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat Target enige toezegging over volledige loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid aan [eiser] heeft gedaan, in afwijking van het hiervoor geformuleerde wettelijke uitgangspunt van 70%.
4.4.
De kantonrechter zal de vordering van [eiser] tot betaling van achterstallig loon dan ook afwijzen. Dit betekent dat alle andere, hiermee samenhangende, vorderingen van [eiser] eveneens zullen worden afgewezen.
4.5.
Gelet op het bepaalde in artikel 7:629a lid 6 BW kan [eiser] , hoewel hij ongelijk krijgt ten aanzien van de ingestelde loonvordering, niet in de proceskosten worden veroordeeld. Dat zou alleen anders kunnen zijn in geval van misbruik van procesrecht, maar daarvan is hier geen sprake. [1] Derhalve zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd.
BESLISSING
De kantonrechter:
1. wijst de vorderingen van [eiser] af;
2. compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Aldus gewezen door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
MP (520)

Voetnoten

1.Vgl. Hoge Raad 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:198.