Uitspraak
wonende te [woonplaats], Duitsland,
gevestigd te Hardenberg,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
Krankengeldnaar Duits recht voor vijftien uur per week. Zij is niet meer op haar werk in Hardenberg verschenen, afgezien van tweemaal vier uren op respectievelijk 29 en 30 mei 2012.
Uit de parlementaire geschiedenis met betrekking tot art. 7:629a BW en de voorloper daarvan, art. 7A:1638ca (oud) BW, blijkt dat de bepaling ertoe strekt veilig te stellen dat de overgang van het publieke naar een privaat stelsel niet tot financiële drempels leidt, die de werknemer ervan kunnen weerhouden zijn recht op loondoorbetaling zo nodig voor de rechter af te dwingen (Kamerstukken II 1995-1996, 24 439, nr. 3, p. 65). Voorts blijkt uit die parlementaire geschiedenis dat de wetgever met de invoering van art. 7:629a lid 6 BW beoogt ‘dat de werknemer, behoudens misbruik van procesrecht, niet in de proceskosten wordt veroordeeld’ (Kamerstukken II 1995-1996, 24 439, nr. 3, p. 14).
4.Beslissing
5 februari 2016.