Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[EISER] I
[EISER] II, beiden wonende te [woonplaats],
[Eiser],
[Gedaagde],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 1.524,00;
5.De beslissing
6 december 2021.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in Assen, hebben twee buren, [Eiser] I en [Eiser] II, een geschil over geluidsoverlast veroorzaakt door een warmtepomp die door [Gedaagde] is geïnstalleerd. De buren hebben in het verleden een schutting geplaatst die hun achtertuinen scheidt. Na de installatie van de warmtepomp in augustus 2020 heeft [Eiser] herhaaldelijk geklaagd over geluidsoverlast, vooral tijdens de nachtelijke uren. Ondanks verschillende aanpassingen aan de warmtepomp door [Gedaagde], zoals het draaien van de pomp en het plaatsen van dempende materialen, bleef de overlast aanhouden. In januari en februari 2021 zijn er geluidsmetingen uitgevoerd door de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD), die concludeerden dat de warmtepomp niet voldeed aan de geldende geluidsnormen. [Eiser] heeft vervolgens juridische stappen ondernomen en een kort geding aangespannen om de warmtepomp te laten verplaatsen of om geluidsreducerende maatregelen te laten nemen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juli 2021 zijn partijen tot een voorlopige overeenkomst gekomen, maar deze is niet nagekomen. [Eiser] heeft de procedure hervat en vorderde dat [Gedaagde] de warmtepomp zou verplaatsen en geluidsreducerende maatregelen zou nemen. [Gedaagde] heeft de vordering betwist en stelde dat de warmtepomp voldoet aan de geluidsnormen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van onrechtmatige geluidsoverlast en heeft [Gedaagde] verboden de warmtepomp tussen 23.00 en 07.00 uur te laten draaien, op straffe van een dwangsom. Tevens is [Gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [Eiser].