1.1.Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 november 2020, waarin de rechtbank de deskundigen heeft opgedragen om de schadeloosstelling opnieuw te begroten met inachtneming van hetgeen de rechtbank heeft overwogen in rechtsoverwegingen 2.9, 2.14 en 2.17 van dat vonnis;
- de nog niet in het tussenvonnis van 11 november 2020 genoemde brief van 18 september 2020 van de zijde van [X] betreffende de gemaakte kosten van deskundige en juridische bijstand;
- het aanvullend advies van deskundigen van 12 januari 2021;
- de e-mail van 28 januari 2021 van de deskundigen, waarin de deskundigen hun kosten voor het aanvullend advies hebben begroot op een bedrag van € 10.138,98;
- de akte na tussenvonnis/nader advies door deskundigen met producties van 24 februari 2021 van de zijde van de provincie;
- de reactie op het aanvullend advies van deskundigen met producties van 25 februari 2021 van de zijde van [X] ;
- de brief van 17 maart 2021 van de zijde van [X] betreffende een aanvulling op de eerder overgelegde gemaakte kosten van deskundige en juridische bijstand ten bedrage van € 6.664,63;
- de akte uitlating kostenbegroting deskundigen/onteigende van de zijde van de provincie;
- de brief van 31 mei 2021 van de zijde van [X] , waarin [X] heeft verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de verwachtingswaarde van gronden;
- de brief van 31 mei 2021 van de zijde van de provincie waarin is verzocht de brief van 31 mei 2021 van [X] te weigeren, omdat deze (verkapte) akte in strijd is met de goede procesorde en het procesreglement;
- de brief van 3 mei 2021 van de zijde van [X] , waarin om verbetering/aanvulling van het vonnis van deze rechtbank van 19 juni 2019 wordt verzocht vanwege onduidelijkheid over de grenzen tussen de onteigende percelen en de resterende percelen van [X] ;
- de brief van 17 mei 2021 van de provincie, waarin de provincie heeft gereageerd op de verzochte verbetering/aanvulling van voornoemd vonnis van 19 juni 2019 en zij een eiswijziging heeft ingediend.