Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Gelet op het groot aantal letsels dat zowel op de borst (verschillende plaatsen), schouder, arm en in de rug is aangetroffen, kan het evenwel niet anders zijn dan dat verdachte in de worsteling [slachtoffer 1] opzettelijk met een mes steken heeft toegebracht. Het alternatieve scenario zoals verdachte naar voren heeft gebracht, namelijk dat [slachtoffer 1] meerdere keren ‘op’ verdachte is ‘geklapt’ en hij aldus ‘in het mes is gelopen’ en verdachte zelf géén steekbewegingen in de richting van [slachtoffer 1] heeft gemaakt, acht de rechtbank in het licht van dit aantal letsels en de plaats waar deze letsels op het lichaam van [slachtoffer 1] zijn aangetroffen hoogst onaannemelijk.
Naar algemene ervaringsregels is de kans aanmerkelijk te noemen dat een steek met een mes met een lemmetlengte zoals gehanteerd door verdachte dodelijk is. Het met een mes toebrengen van steekletsel in de borststreek, leidend tot een wondkanaal van vijf centimeter, is op zichzelf genomen al een gedraging die naar zijn uiterlijke verschijningsvorm moet worden aangemerkt als zo zeer gericht op de dood van een ander dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg heeft aanvaard. Dat wordt bevestigd door de omstandigheid dat het aldus opzettelijk toegebrachte steekletsel in de borst [slachtoffer 1] fataal is geworden. Het feit dat verdachte het slachtoffer heeft laten gaan, nadat hij het steekletsel aan het slachtoffer had toegebracht, doet aan voorgaande niet af. Van contra-indicaties is de rechtbank niet gebleken.
Het studioverhoor: V-001-03, audiovisueel geregistreerd onder nummer: VRH-2020-04-499103, van de verdachte, [verdachte] is door mij verbalisant bekeken en beluisterd. Ter aanvulling en verduidelijking is het verhoor woordelijk uitgewerkt.
Geboortedatum [geboortedatum 3] 1975
Geboorteplaats [geboorteplaats 2]
Resultaten5. Er waren verspreid op het lichaam in totaal3 steekletsels en 2 snijletsels (C-F en I). Alle letsels waren met omgevende bloeduitstorting.
a. Steekletsel waarbij belangrijke structuren waren geraakt:
C: Links op de borstkas, op ca. 133 cm van de voetzoolrand en ca. 6 cm van het midden was een lijnvormig steekletsel van ca. 1,9 cm, met deels gladde en deels meer onregelmatige, iets gekartelde wondranden en één puntig en één stomp uiteinde. Hierbij was er een voetwaarts, rugwaarts en iets naar rechts gericht wondkanaal van tenminste ca. 5 cm, met o.a. beschadiging van de 5e rib, perforatie van het hartzakje en perforatie van de voorzijde van de rechterhartkamer. Het hartzakje was volledig gevuld met bloed. In de linkerborstholte was (nog) ca. 400 ml bloed. Een deel van de beschadigde rib werd veiliggesteld voor eventueel microsporenonderzoek.
D: Links zijwaarts op de borstkas, op ca. 120 cm van de voetzoolrand en ca. 17 cm van het midden was een lijnvormig gladrandig snijletsel van circa 3,2 cm, reikend tot in de spieren van de borstwand.
E: links boven op de schouder, op ca. 147 cm van de voetzoolrand en ca. 19 cm van het midden was een iets golvend, gladrandig snijletsel van ca. 2,2 cm, reikend tot in het onderhuidse vetweefsel.
F: buitenwaarts op de rechterbovenarm, ca. 13 cm onder de schouder was een lijnvormig, overwegend gladrandig en iets onregelmatig, gehoekt steekletsel van ca. 1,3 + 0,3 cm met twee stompe wonduiteinden. Hierbij was er een wondkanaal van ca. 8 cm door onderhuids vet- en spierweefsel, met beschadiging van het rechteropperarmbeen (humerus). Een deel hiervan werd veiliggesteld
voor eventueel microsporenonderzoek.
I: min of meer midden op de rug, op ca. 124 cm van de voetzoolrand en ca. 0,5 cm rechts van het midden was een lijnvormig gladrandig steekletsel van ca. 1,7 cm, met één scherp en één stomp uiteinde. Hierbij was er een voetwaarts, buikwaarts en iets naar rechts gericht wondkanaal van ca. 8 cm, reikend tot in de spieren van de rug.
Interpretatie van resultatenBij sectie werden voorts de letsels sub 5 vastgesteld. Deze letsels zijn bij leven ontstaan door de inwerking van uitwendig mechanisch scherprandig snijdend/perforerend geweld, zoals opgeleverd kan worden door steken en/of
snijden met één of meerdere scherprandige voorwerpen zoals een mes. Het betrof in totaal 3 steekletsels en 2 snijletsels.
Bij steekletsel C (sub 5a) was er onder andere sprake van kleine perforaties van het hartzakje en de rechterhartkamer. Hierbij was het hartzakje volledig gevuld met bloed, hetgeen leidt tot belemmering van de pompbewegingen van het hart
(harttamponade), met verlies van hartfunctie en doorbloeding van vitale organen tot gevolg. Voorts was er bij dit letsel bloedverlies vanuit het hartzakje naar de borstholte, hetgeen heeft bijgedragen aan verdere verslechtering van de
doorbloeding van vitale organen. De bij dit letsel geconstateerde perforatie van de linkerborstholte heeft daarnaast middels het veroorzaken van een klaplong geleid tot verlies van de functie van de linkerlong. Als zodanig kan het overlijden volledig worden verklaard door de gevolgen van dit ene steekletsel op de borst
.ConclusieBij sectie op het lichaam van [slachtoffer 1] , 44 jaren oud, werden 3 steekletsels en 2 snijletsels vastgesteld. Zijn overlijden wordt verklaard door de gevolgen van één steekletsel in de borst links.
Bewezenverklaring
Beroep op noodweer(exces)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en het slachtoffer in de woning op elkaar af zijn gelopen voor een fysieke confrontatie. Verdachte, die zich in de keuken bevond toen hij het slachtoffer zag, liep in de richting van het slachtoffer, terwijl het slachtoffer op stond en in de richting van verdachte liep. Zij kwamen elkaar tegen in de woonkamer ter hoogte van de deur naar de gang. Dat verdachte wilde vechten met het slachtoffer wordt bevestigd door de verklaring van [naam] , een neef van verdachte, voor zover deze inhoudt: “een paar dagen geleden hij belde mij, helemaal ik zeg niet paniek maar dat hij helemaal onrust en zei ik ben begonnen met vechten enne ik heb hem gestoken zegt hij.”
Aangezien verdachte ook uit was op een confrontatie, kan, anders dan de verdediging heeft betoogd, niet worden gezegd dat sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. De gedragingen van verdachte direct na aanvang van deze confrontatie, namelijk dat hij zich losmaakt van het slachtoffer, naar een mes grijpt en het slachtoffer daarmee meerdere malen steekt, kunnen in het verlengde daarvan niet worden aangemerkt als gerechtvaardigde verdedigingshandelingen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
1. [benadeelde partij 1] , tot een bedrag van € 7.378.87 ter zake van materiële schade en € 17.500,00 ter vergoeding van affectieschade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 17.500,00 ter vergoeding van affectieschade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij 3] , tot een bedrag van € 17.500,00 ter vergoeding van affectieschade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende is gebleken van een zodanige nauwe persoonlijke relatie tot de overledene dat zij als naaste in de zin van artikel 6:108 lid 3 BW kan worden aangemerkt. Er was geen sprake van een hoge mate van intensieve zorg tussen de benadeelde partij en het overleden slachtoffer. De benadeelde partij en het overleden slachtoffer woonden immers al meerdere jaren niet meer samen.
- [benadeelde partij 1] een bedrag van € 244,52;
- [slachtoffer 2] een bedrag van € 106,88.
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar.
[benadeelde partij 2]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500,00(zegge: zeventien duizend en vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020.
€ 17.500,00(zegge: zeventien duizend en vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020 bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 79 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit affectieschade
[benadeelde partij 3]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500,00(zegge: zeventien duizend en vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020.
€ 17.500,00(zegge: zeventien duizend en vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020 bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 79 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit affectieschade
[benadeelde partij 4]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500,00(zegge: zeventien duizend en vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020.
€ 17.500,00(zegge: zeventien duizend en vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020 bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 79 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit affectieschade
[benadeelde partij 5]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 20.000,00(zegge: twintig duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020.
20.000,00(zegge: twintig duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020 bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 91 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit affectieschade
[benadeelde partij 1]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 7.134,35(zegge: zeven duizend honderd en vierendertig euro en vijfendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020.
7.134,35(zegge: zeven duizend honderd en vierendertig euro en vijfendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 32 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[slachtoffer 2]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 300,00(zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020.
300,00(zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 1 dag worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.