ECLI:NL:RBNNE:2021:5378

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
18/184742-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens ontuchtige handelingen met minderjarigen via sociale media

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 30 december 2021 een man veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, wegens het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De verdachte had via de social media-app TikTok contact gezocht met jongeren, waarbij hij hen geld beloofde in ruil voor seksuele handelingen. Tijdens ontmoetingen met drie minderjarigen, waaronder meisjes van 10 jaar en een jongen van 9 jaar, heeft hij zijn ontblote penis getoond en hen gevraagd deze aan te raken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, waarbij de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar werden beschouwd. De verdachte heeft de handelingen ontkend, maar de rechtbank achtte de feiten bewezen op basis van de verklaringen van de slachtoffers en het bewijs dat is verzameld tijdens het onderzoek. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die als verminderd toerekeningsvatbaar werd beschouwd, en heeft een lagere straf opgelegd dan door de officier van justitie was geëist. De verdachte moet zich tijdens de proeftijd houden aan verschillende voorwaarden, waaronder een meldplicht en een verbod op contact met minderjarigen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/184742-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken van 30 december 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] , [straatnaam] , nu gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 december 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P. Bonthuis, advocaat te Joure .
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Rademacher.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 4 juli 2021 te Holwerd, in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, (bij de school [naam school 1] te Holwerd, in de bosjes en/of elders aldaar) met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het opzettelijk ontuchtig doen of laten betasten/aanraken van verdachtes ontblote penis door die [slachtoffer 1] en/of het
betasten/aanraken van de/een (met kleding bedekte) vagina/schaamstreek en/of buik en/of heup en/of be(e)n(en) en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) van die [slachtoffer 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 3 juli 2021 en 4 juli 2021, in elk geval in of omstreeks de maand juli (tot en met 4 juli 2021) te Holwerd, in elk geval in de gemeente NoardeastFryslân en/of te Sneek, in elk geval in de gemeente Súdwest-Fryslân, in elk geval in Nederland, door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2010, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, en bestaande die ontuchtige handeling uit het doen of laten betasten/aanraken van verdachtes penis door die [slachtoffer 1] en/of het betasten/aanraken van de/een (met kleding bedekte) vagina/schaamstreek en/of buik en/of heup en/of be(e)n(en) en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) van die [slachtoffer 1] , immers heeft verdachte (in voornoemde periode) via een internetverbinding en/of de sociale media-app TikTok die (minderjarige) [slachtoffer 1] benaderd en/of (vervolgens) (via de chatfunctie van TikTok)
  • zich voorgedaan als een persoon genaamd "[naam 1]", althans een andere dan verdachteswerkelijke naam en/of daarbij vermeld dat hij in Leeuwarden woont (althans een andere dan verdachtes werkelijke woonplaats) (zonder daarbij verdachtes leeftijd en/of foto te delen) en/of (vervolgens)
  • die [slachtoffer 1] (zakelijk weergegeven) medegedeeld/bericht dat ze 150 euro konverdienen/krijgen (met een spelletje), althans mededelingen/berichten van gelijke aard en/of strekking en/of
  • die [slachtoffer 1] doen en/of laten beloven dat ze het niet aan haar ouders ging zeggen en/of datze het geheim zou houden, althans een belofte van gelijke aard en/of strekking, en/of
  • afspraken gemaakt met [slachtoffer 1] waar ze elkaar zouden ontmoeten en/of daarbij gevraagd ofdaar bosjes waren en/of
  • die [slachtoffer 1] medegedeeld/bericht: "regenbroek kan daar ook uit toch" en/of "doe je watstraks, aan" en/of "hebben wel bosjes daar toch?" en (vervolgens) die [slachtoffer 1] ontmoet op de afgesproken locatie (bij de school [naam school 1] te Holwerd) in de bosjes en/of elders aldaar en/of
(vervolgens) (daarbij) opzettelijk gebruik gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, (mede) gelet op
  • verdachtes leeftijd en/of
  • verdachtes geestelijke ontwikkeling (en/of overwicht) en/of
  • de minderjarige leeftijd en/of geestelijke ontwikkeling van die [slachtoffer 1] en/of
  • de ((mede) gelet op hierboven genoemde omstandigheden) voor die
[slachtoffer 1] ontstane (afhankelijke en/of misleidende) situatie, (telkens) op die [slachtoffer 1] had;
2.
hij op of omstreeks 6 juni 2021, te Burgum, in elk geval in de gemeente Tytsjerksteradiel, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immer heeft verdachte (nadat verdachte via een internetverbinding en/of de sociale media-app
TikTok een geldelijke vergoeding voor het tonen en/of aanraken van verdachtes penis in het vooruitzicht had gesteld en/of daaromtrent afspraken had gemaakt met die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] had ontmoet op de afgesproken locatie bij [naam school 2]
” gelegen aan de [straatnaam] , aldaar,) in de bosjes aldaar opzettelijk ontuchtig
  • zijn, verdachtes, penis onbloot in het bijzijn van die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens)
  • zijn, verdachtes, ontblote penis aan die [slachtoffer 2] getoond en/of (vervolgens)
  • meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 2] verzocht/gevraagd verdachtes penis aan teraken/vast te pakken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 juni 2021, althans in of omstreeks de maand juni 2021 (tot en met 6 juni 2021) te Burgum, in elk geval in de gemeente Tytsjerksteradiel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen te plegen,
(nadat verdachte via een internetverbinding en/of de sociale media-app TikTok een geldelijke vergoeding voor het tonen en/of aanraken van verdachtes penis in het vooruitzicht had gesteld en/of daaromtrent afspraken had gemaakt met die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] had ontmoet op de afgesproken locatie bij [naam school 2] ” gelegen aan de [straatnaam] , aldaar,) in de bosjes aldaar opzettelijk ontuchtig
  • zijn, verdachtes, penis heeft onbloot in het bijzijn van die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens)
  • zijn, verdachtes, ontblote penis aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en/of (vervolgens)
  • meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 2] heeft verzocht/gevraagd verdachtes penis aan teraken/vast te pakken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 247 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 juni 2021, in elk geval in de maand juni 2021 (tot en met 6 juni 2021), te Burgum, in elk geval in de gemeente Tytsjerksteradiel, en/of te Sneek, in elk geval in de gemeente Súdwest-Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2011, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, via een internetverbinding en/of de sociale media-app TikTok die (minderjarige) [slachtoffer 2] heeft benaderd en/of (vervolgens) (via de chatfunctie van TikTok)
  • zich heeft voorgedaan als een persoon genaamd " [naam 2] ", althans een andere dan zijnwerkelijke naam, en/of daarbij heeft vermeld dat hij in [woonplaats] woont (althans een andere dan zijn werkelijke woonplaats) (zonder daarbij verdachtes leeftijd te vermelden) en/of (vervolgens)
  • die [slachtoffer 2] (zakelijk weergegeven) heeft medegedeeld/bericht dat hij 100 euro konverdienen/krijgen als hij naar de penis van verdachte zou kijken en/of 150 euro kon verdienen/krijgen als die [slachtoffer 2] de penis van verdachte zou aanraken/vastpakken, althans mededelingen/berichten van gelijke aard en/of strekking en/of
  • die [slachtoffer 2] heeft medegedeeld/bericht: "wil jum ook stijf zien dan?" en/of (vervolgens)
  • afspraken heeft gemaakt met die [slachtoffer 2] waar ze elkaar zouden ontmoeten en/of daarbijheeft gevraagd of daar bosjes waren en/of
  • die [slachtoffer 2] heeft ontmoet op de afgesproken locatie (bij [naam school 2] ” gelegen aan de
[straatnaam] , aldaar,) in de bosjes en/of elders aldaar en/of (vervolgens)
  • verdachtes penis aldaar heeft ontbloot en/of (vervolgens)
  • meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 2] heeft verzocht/gevraagd verdachtes penis aan teraken/vast te pakken en/of (toen die [slachtoffer 2] dat niet wou)
  • die [slachtoffer 2] 10 euro heeft gegeven,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 26 juni 2021 te Zwolle, in elk geval in de gemeente Zwolle, met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het opzettelijk ontuchtig meermalen, althans eenmaal,
  • ontbloten van verdachtes penis in het bijzijn van die [slachtoffer 3] en/of
  • verzoeken/vragen aan die [slachtoffer 3] of zij verdachtes ontblote penis wilde aanraken en/of- betasten/aanraken van de (ontblote) vagina en/of de/een borst(en) van die [slachtoffer 3] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 juni 2021, in elk geval in de maand juni 2021 (tot en met 26 juni 2021), te Zwolle, in elk geval in de gemeente Zwolle, en/of te Sneek, in elk geval in de gemeente SúdwestFryslân, in elk geval in Nederland, door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, en bestaande die ontuchtige handeling uit het betasten/aanraken van de (ontblote) vagina en/of de/een borst(en) van die [slachtoffer 3] , immers heeft verdachte (in voornoemde periode) toen en/of aldaar via een internetverbinding en/of de sociale media-app TikTok die (minderjarige) [slachtoffer 3] benaderd en/of (vervolgens) (via de chatfunctie van TikTok)
  • die [slachtoffer 3] (zakelijk weergegeven) medegedeeld/bericht dat ze (vandaag) 70 euro hadgewonnen, althans (een) mededeling(en)/bericht(en) van gelijke aard en/of strekking en/of
  • afspraken gemaakt met die [slachtoffer 3] waar ze elkaar in Zwolle zouden ontmoeten (te weten bij,althans in de buurt van, de woning van die [slachtoffer 3] , in de bosjes) en/of vervolgens, nadat verdachte op de afgesproken locatie was aangekomen (vervolgens)
  • die [slachtoffer 3] ontmoet op die afgesproken locatie (bij, althans in de buurt van, de woning vandie [slachtoffer 3] , in de aldaar aanwezige bosjes) en/of elders aldaar en/of
  • die [slachtoffer 3] medegedeeld dat ze wel haar plasser moest laten zien voor het geld, althans(een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking en/of
  • de bovenkleding van die [slachtoffer 3] omhoog getrokken en zodoende de/een borst(en) van die[slachtoffer 3] ontbloot en/of
  • verdachtes penis in het bijzijn van die [slachtoffer 3] ontbloot en/of
  • die [slachtoffer 3] verzocht/gevraagd of zij verdachtes ontblote penis wilde aanraken en/of daarbijmedegedeeld dat zij dan 50 euro meer kon verdienen, althans (een) verzoek(en)/vra(a)g(en) en/of mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking en/of
(daarbij) opzettelijk gebruik gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, (mede) gelet op - verdachtes leeftijd en/of
  • verdachtes geestelijke ontwikkeling (en/of overwicht) en/of
  • de minderjarige leeftijd en/of geestelijke ontwikkeling van die [slachtoffer 3] en/of
  • de (mede) gelet op hierboven genoemde omstandigheden) voor die [slachtoffer 3] ontstane(afhankelijke en/of misleidende) situatie, (telkens) op die [slachtoffer 3] had.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte maakte via TikTok bewust een afspraak met de kinderen om voor geld zijn penis aan hen te laten zien en deze door hen te laten aanraken. Het handelen van verdachte is in strijd met de sociaal ethische norm. De verklaringen van de beide meisjes zijn betrouwbaar. Ten aanzien van [slachtoffer 1] heeft verdachte zelf verklaard dat zij zijn penis heeft aangeraakt. In de zaken van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] is er sprake geweest van fysiek contact in de vorm van aanraking. Bij arrest van 30 november 2004 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat onder omstandigheden ook sprake kan zijn van buiten echt ontuchtige handelingen plegen met een minderjarige als bedoeld in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht als er geen lichamelijke aanraking tussen verdachte en de minderjarige heeft plaatsgevonden. Er dient dan wel sprake te zijn van enige voor het plegen van ontucht met die minderjarige relevante interactie tussen verdachte en die minderjarige. Daarvan is in het geval van [slachtoffer 2] sprake. Het gesprek tussen verdachte en [slachtoffer 2] is daarbij relevant. Verdachte heeft hem aangespoord om zijn penis aan te raken. Hij stelde ze een hogere beloning in het vooruitzicht als hij dat zou doen. Ook ten aanzien van [slachtoffer 2] is er sprake van ontucht plegen met een minderjarige.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het navolgende aangevoerd.
Feit 1
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het aanraken van de penis van verdachte door [slachtoffer 1] . Voor het overige ontkent verdachte dat hij [slachtoffer 1] heeft aangeraakt of onzedelijk heeft betast. Verdachte moet daarom van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 2
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde moet verdachte zowel voor het primair als het subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken. Over het primair ten laste gelegde voert de raadsman aan dat verdachte niet verder is gegaan dan het tonen van zijn penis. Ook is er geen sprake van een poging zoals subsidiair ten laste is gelegd, omdat in de chats tussen verdachte en [slachtoffer 2] via TikTok niet is gesproken over het aanraken van de penis van verdachte. Er is geen begin van uitvoering geweest. Ten aanzien van het meer subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 3
Ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde is de raadsman van mening dat er er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de vagina of borsten van [slachtoffer 3] heeft aangeraakt. Verbalisanten hebben in een eerste contact met [slachtoffer 3] en haar moeder gesproken met [slachtoffer 3] . In dat gesprek komt alleen naar voren dat verdachte [slachtoffer 3] heeft gevraagd om zijn penis aan te raken. [slachtoffer 3] spreekt er dan niet over dat verdachte haar ook heeft aangeraakt. In het daaropvolgende studioverhoor van [slachtoffer 3] komen deze details wel naar voren. De vraag is dan in hoeverre haar moeder haar verklaring heeft beïnvloed. Haar moeder heeft meerdere malen met haar over de gebeurtenis gesproken. Het zou kunnen dat [slachtoffer 3] dit heeft gezegd, omdat haar moeder haar daar meerdere keren naar heeft gevraagd. Voor wat betreft het aanraken van [slachtoffer 3] door verdachte is haar verklaring niet betrouwbaar en deze kan daarom in zoverre niet voor het bewijs worden gebruikt. Er is dan ook alleen sprake geweest van het tonen van de penis. Verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het subsidiair ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] (feit 1) en [slachtoffer 3] (feit3)
De rechtbank ziet, anders dan de verdediging, geen reden om aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de minderjarige aangeefsters te twijfelen. Aangeefsters hebben in hun verklaringen consistent, samenhangend en op onderdelen gedetailleerd verklaard. Aangeefsters zijn daarbij ook open geweest over welke details zij zich wel en niet meer kunnen herinneren. Bovendien blijkt uit de verklaringen van aangeefsters niet dat zij hun verhaal hebben aangedikt.
Uit de verklaring van [slachtoffer 1] blijkt niet van enige beïnvloeding. Ook met betrekking tot de verklaring van [slachtoffer 3] blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat sprake is geweest van beïnvloeding. [slachtoffer 3] heeft in het studioverhoor gedetailleerd verklaard over de ontmoeting met verdachte en dat hij haar heeft aangeraakt. Ook vertelde zij dat zij na de gebeurtenis naar huis is gegaan en zich direct heeft gewassen op de plekken waar verdachte haar had aangeraakt. Zij heeft tijdens het studioverhoor op een knuffel voorgedaan hoe verdachte met zijn vinger een ronddraaiende beweging maakte tussen haar benen/op het kruis. Zij heeft in het studioverhoor verklaard dat zij dit niet eerder heeft verteld, omdat ze bang was dat “hun” boos zouden worden. Dat was eerder de reden dat zij haar moeder niet had verteld over de ontmoeting met verdachte en een smoes had verzonnen over hoe ze ineens aan een geldbedrag van 70 euro was gekomen. Pas nadat de politie contact had gezocht met haar moeder heeft [slachtoffer 3] verteld dat ze via Tik-Tok een afspraak had gemaakt met verdachte en dat hij haar zijn penis had laten zien in de bosjes. Hoewel uit het verhoor van [slachtoffer 3] blijkt dat zij er vaak met haar moeder over heeft gesproken, blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat haar moeder haar verklaring op dit punt heeft beïnvloed.
Het voorgaande leidt ertoe dat dat de rechtbank van oordeel is dat de verklaringen van aangeefsters betrouwbaar zijn en bruikbaar zijn voor het bewijs. Dit verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 16 december 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 4 juli 2021 heb ik in Holwerd met een minderjarig meisje genaamd [slachtoffer 1] een afspraak gehad. Tijdens die afspraak heb ik mijn broek en onderbroek laten zakken, waarna ik haar mijn penis heb getoond en haar heb gevraagd om mijn penis aan te raken. Zij heeft toen met haar hand een tik tegen mijn penis gegeven. Ik heb haar 55 euro betaald. Ik heb haar nadien over haar kleding heen bij haar heup aangeraakt.
Op 6 juni 2021 heb ik in Burgum een afspraak gehad met de minderjarige [slachtoffer 2] .
Tijdens de ontmoeting heb ik mijn broek en onderbroek laten zakken en hem mijn penis getoond en gevraagd om mijn penis aan te raken. Hij wilde dat niet doen en is weggegaan.
Op 26 juni 2021 heb ik in Zwolle een afspraak gehad met een meisje genaamd [slachtoffer 3] . Tijdens de ontmoeting heb ik mijn broek en onderbroek laten zakken en haar mijn penis getoond en haar gevraagd om mijn penis aan te raken.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 4 juli 2021, opgenomen op pagina 52 - 58 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021186557 van 5 november 2021, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
Ik doe aangifte namens het slachtoffer [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2010.
V: Kunt u vertellen wat er gebeurd is?
A: [slachtoffer 1] vertelde dat ze 55 euro van een man had gekregen. Wij zagen dat zij de 55 euro uit de fietstas pakte. Wij hebben toen verder gevraagd wat er gebeurd was.
Ik hoorde dat [slachtoffer 1] zei dat ze met een man had afgesproken bij [naam school 1] , dat is een basisschool in Holwerd. Ik heb gevraagd wat er gebeurd is met die man. Toen zei ze dat de man haar over de rug heeft gestreken. [slachtoffer 1] zei dat de man ook over de buik had geaaid, misschien zei ze ook wel gestreken. [slachtoffer 1] maakte gebaren met haar hand over haar buik heen. Toen vroeg ik of het met de kleren aan of uit was geweest. [slachtoffer 1] zei met de kleren aan. Ik heb nog gevraagd of de man de kleren ook uit had gehad. [slachtoffer 1] zei dat de man zijn piemel had laten zien.
V: Wat vertelde ze over die man, hoe heeft ze hem leren kennen?
A: [slachtoffer 1] vertelde dat ze via Tik-Tok een afspraak had gemaakt met die man. [slachtoffer 1] vertelde dat hij met een auto was gekomen. Ik heb gevraagd wat er gebeurd was, omdat ze 55 euro had gekregen. [slachtoffer 1] vertelde over het strijken van de rug. Ik heb de berichten gelezen van een man die een afspraak maakt met mijn dochter, met een seksueel tintje. Ik las dat hij geld wilde geven en dat [slachtoffer 1] een strak broekje moest dragen en ik las ook dat de man aan [slachtoffer 1] vroeg of het broekje ook uit kon.
V: Weet u nog meer wat er in stond?
A: Waar ze af konden spreken, of er ook bosjes waren, dat ze strakke kleding aan deed, dat [slachtoffer 1] niet goed begreep wat de man bedoelde, over de tijd, over het geld.
V: Welke bedragen stonden erin?
A: Ik las dat hij 150 euro wilde geven aan [slachtoffer 1] als ze een spelletje wilde doen. [slachtoffer 1] heeft dus 55 euro gekregen
V: Tijdens het gesprek over de telefoon hebben we het ook gehad over wat er precies gebeurd was met de piemel van de man. Kunt u dat nogmaals vertellen?
A: [slachtoffer 1] vertelde dat de man zijn piemel heeft laten zien. De man heeft [slachtoffer 1] alleen over de kleding aangeraakt. Dit is volgens [slachtoffer 1] niet uit geweest.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van uitwerking studioverhoor van 19 augustus 2021, opgenomen op pagina 91 - 127 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: Nou [slachtoffer 1] jij komt hier om iets te vertellen. En waar gaat dat over?
A: Over een man die mij 55 euro wou geven. We hebben bij [naam school 1] afgesproken. Bij een school en toen gaf hij mij 55 euro. En toen wou die dat ik zijn nakie ging voelen maar dat wou ik niet. En toen wou die mij ook nog voelen maar dat heb ik ook niet gedaan maar wel aan de kleren.
V: Heeft die man ook gezegd wat die wilde. Mag ik die van jou aanraken zei je. En heeft hij dat ook gedaan?
A: Nee, alleen maar aan de kleren.
V: Alleen aan de kleren. En wat bedoel je dan alleen aan de kleren?
A: Gewoon hier (Wrijft zijkant bovenbeen)
V: En zegt hij tegen jou van mag ik jou aanraken. En dan doet die het over de kleren heen zei jij.
A: Ja.
V: Je been en dat is dan de plek die je aanraakt en heeft hij jou nog op andere plekken aangeraakt op het lichaam.
A: Op de rug.
V: Op de rug? Wat deed hij.
A: Zo (wrijft over haar rug)
V: Een beetje wrijven. Oké. Nog andere plekjes op je lichaam?
A: Nee.
V: Hij zei mag ik jou aanraken en wat zei jij toen?
A: Nee.
V: Nee en wat deed hij toen?
A: Hij ging mij hier aan (wrijft op zijkant van haar lichaam bij been).
V: En wat deed hij daarna? Toen hij dat deed?
A: Hier (wrijft op rug)
V: Toen gingen jullie uit de bosjes. A: Toen gaf hij mij 55 euro.
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 13 juli 2021, opgenomenop pagina 311-334 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte: Ik heb op zondag een meisje in Holwerd ontmoet. Ik heb mijn broek omlaag gedaan en toen liet ik mijn piemel zien en heeft zij hem aangeraakt. Ze raakte hem eerst met haar hand aan en maakte toen een knijpbeweging van 6 seconden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 7 juni 2021, opgenomenop pagina 153 - 160 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 4] , afgelegd op 7 juni 2021:
V: Wat zijn de gegevens van je zoon?
A: [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2011.
V: Wat is er gebeurd.
A: Gisteravond op de chat zag ik dat het 18.30 uur was dat [slachtoffer 2] chat contact had met [naam 5] . Het was op Tik-Tok. Ik las dat [naam 5] vroeg aan [slachtoffer 2] of hij geld wilde verdienen.
[slachtoffer 2] zei: “ja". Toen zag ik een bedrag van 100 euro staan. Toen zag ik weer een bod van 150 euro. En ook de vraag: "Mag ik dan mijn piemel laten zien"? Omstreeks 19.45 uur is [slachtoffer 2] weggegaan. Ik heb ook nog iets gelezen over het afspreken bij de school [naam school 2] . Om 20.10 kwam [slachtoffer 2] binnen. Op de eerste verdieping zag ik dat [slachtoffer 2] bezweet en achter de poest was.
Rond 20.45 uur was ik hem naar bed aan het brengen. Toen ging [slachtoffer 2] op het bed zitten en zei: "Ik heb iets heel doms gedaan". Ik vroeg wat er gebeurd was. Hij pakte zijn telefoon en liet mij de chats lezen. Hij zei dat hij naar een meneer is toegegaan. Hij zei deze man deed zijn broek naar beneden. Ik vroeg: "Was zijn piemel slap of stijf"?
Hij zei: "Slap". Ik vroeg aan [slachtoffer 2] of hij hem ook had aangeraakt of andersom. Ik vroeg aan [slachtoffer 2] : "en toen"? [slachtoffer 2] zei dat hij toen was weggerend. Hij had nog geld gekregen. Hij ging staan en liep naar zijn bureau met twee lades en hij deed een van deze lades open en pakte daar een tientje uit.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van uitwerking studioverhoor van 29 juni 2021, opgenomen op pagina 190 - 204 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
V: Waarover kwam jij vanmiddag praten?
A: Omdat een meneer mij via social media heeft benaderd. En die vroeg wil jij 100 euro verdienen? En toen zei die van als jij mijn piemel ziet krijg jij 100 euro. En toen zei ik kom op het schoolplein. Toen zijn we naar het schoolplein gegaan. En toen heb ik zijn piemel gezien en toen heeft die mij geen 100 maar 10 euro gegeven. En dat was in Burgum op het schoolplein bij [naam school 2] en in de bosjes voor de [naam school 3] naast [naam school 2] .
V: Op het schoolplein van [naam school 2] en wat zei je daar? In de bosjes?
A: In de bosjes, voor de school naast [naam school 2] die heet [naam school 3] .
V: Jij vertelt van ik ben hier om te vertellen dat ik heel erg geschrokken ben. Een meneer die had mij via social media benaderd.
A: Ja op TikTok.
V: Oké dus het was op de avond en jij vertelt die meneer had mij via TikTok benaderd.
A: Ja gewoon als je op TikTok iemand hoi wil zeggen dan staat er altijd zo’n handje van ...(ntv) van hoi en dan heb ik dat terug gedaan en dan was het eerst een heel normaal gesprek en toen zei die ineens wil je 100 verdienen. En toen zei ik 100 euro? Toen zei die ja en dan zeg ik hoe dan? En dan zegt die als jij mijn piemel ziet dan krijg jij 100 euro en als je hem aanraakt dan krijg je 150. Maar ik heb hem niet aangeraakt.
V: Je hebt hem niet aangeraakt?
A: Nee.
V: O kijk nou dus dat moet nog even wachten. Wil je 100 euro verdienen dan laat ik mijn piemel zien dan krijg je 10 euro en als je hem aanraakt? A: 150.
V: 150 euro. En toen hoe ging je toen verder met dat gesprek?
A: Toen zei ik oké waar zullen we afspreken? Toen zei hij van jij mag het zeggen. Dus toen zei ik toen ik woon ik Burgum zullen we dan bij mij afspreken op het schoolplein. En toen zei die ja oké is goed. En toen om ongeveer volgens mij dat het 7 uur of half 8 was toen was ik daar en toen gingen we naar de bosjes. Ik bleef op het veldje voor dat [naam school 3] en toen kwam die ook ergens uit de bosjes. En toen zei die van je was er al. Zei die oké zullen we hier in de bosjes gaan? Toen liet die zijn broek zakken en toen zag ik zijn piemel.
Ik heb alleen gezegd van ik wil hem niet aanraken, want hij zei de hele tijd je wilt hem écht niet aanraken? Want dan krijg je 100 euro. Toen zei ik nee dat doe ik echt niet. En toen heeft hij mij 10 euro gegeven en toen ben ik gewoon keihard weggerend.
V: De hele tijd wilde je hem niet aanraken.
A: Nee.
V: Hoeveel keer heeft die dat gevraagd?
A: Wel meer dan 3 keer.
V: Ja en toen ben jij op een gegeven moment weg gegaan.
A: Ja toen hij ook weg ging. Toen ben ik heel hard weggerend.
V: En hoe bedoel je dat toen hij klaar was?
A: Toen had die zijn broek weer omhoog en toen zei die van hier heb je het geld en dan en dan zijn we nu klaar.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 9 augustus 2021, opgenomen op pagina 229 - 237 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 6] :
V: Je hebt van de collega's uit Zwolle gehoord, wat er gebeurd is met [slachtoffer 3] .
A: Dat was dus de 26e.
V: Juni?
A: Ja.
V: Wat zei ze precies?
A: Dat ze 70 euro had gevonden in de bosjes.
V: Wat kan je mij vetellen dat er de 26e is gebeurd?
A: In de bosjes?
V; Ja.
A: Wat ze mij vertelde is dat de man haar bij de borstjes heeft aangeraakt en bij de plasser.
V: Waarmee heeft hij haar aangeraakt?
A: Met zijn handen.
V: Hoe weet je dat?
A: Dat heb ik aan haar gevraagd, bij haar borstjes en bij de plasser, alleen met de handen.
A: Ik vroeg eer of die man echt niet aan haar had gezeten en toen keek ze en knikte en zei ze: “Die man heeft wel aan mij gezeten”. Ze wees naar haar plasser en deed zo.
O: Aangeefster maakte een beweging van boven naar beneden, alsof ze haar T-shirt omhoog deed.
V: Hoe wist je wat ze bedoelde?
A: Toen wist ik dat die man aan haar borstjes en aan haar plasser had gezeten, door de beweging die ze maakte en toen wist ik dat die man aan haar borsten had gezeten.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van uitwerking studioverhoor van 12 oktober 2021, opgenomen op pagina 240 - 249 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Verhoor van [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010 te Zwolle.
V: Er was een meneer op Tik-Tok en die zei je hebt 70 euro gewonnen.
A: En toen bleven we de hele tijd contact houden met elkaar. Praten op Tik-Tok enzo. En toen hadden we een afspraak gemaakt in de bosjes.
A: Dat ik mijn plasser moest laten zien voor geld.
V: Ja. En toen?
A: Zei hij mag ik het aanraken en toen zei per ongeluk ja als ik nee wou zeggen. En toen ging ie het aanraken. En toen ging mijn shirtje omhoog doen en bij mijn tieten aan zitten.
En toen was het klaar. Had hij mij 70 euro gegeven en toen gingen we naar huis. V: En waar is het gebeurd?
A: In de bosjes.
V: In welke bosjes?
A: Bij mij... bij de flat heb je zo’n weg. Als je dan zo rechtuit heb je bosjes. En daarin.
V: Daarin is het gebeurd. Oké. En daar in die bosjes he? In die bosjes. Als jullie daar zijn. Jullie hadden afspraak gemaakt. Daar eerst even. Hoe ging dat? Afspraak maken?
V: Hij vroeg jou dat je je plasser moest laten zien voor geld. En wat heb jij toen gedaan? A: Mijn plasser laten zien.
V: Maar wat gebeurde er toen?
A: Toen ging hij het aanraken. Ik kan het... toen deed ie dit (doet voor op knuffel) V: Ja.
Rondjes draaien (doet voor met wijsvinger op knuffel)
V: Rondjes draaien. En dat doe je nou met je vinger. Hij deed dat ook met zijn vinger? A: Ja.
V: En hoe voelde dat?
A: Raar.
V: En je zegt je had toen jeuk
A: Ja dat was toen hier (wijst rechts op borst aan) ging ie... zag (ntv) begon dit en toen ging ie het omhoog doen en aanraken.
V: En wat ging ie toen precies aanraken?
A: Mijn tieten.
V: En welk deel van de tiet?
A: Hier volgens mij. (wijst aan rond tepel) V: En waarmee ging ie aanraken?
A: Zijn hand.
V: En hoe voelde dat?
A: Ook klein beetje raar. En toen we klaar waren ging ik naar huis. (ntv) was ik naar de badkamer om me te wassen.
V: Ja. En wat heb je toen allemaal gewassen?
A: Mijn plasser en mijn tieten.
V: Jij moest de kleren... je plasser laten zien voor geld. En andersom. Heeft hij ook nog iets laten zien?
A: (knikt ja)
V: Nou, vertel daar eens over.
A: Zijn piemel.
V: En hoe ging dat?
A: Weet ik niet meer zo goed, maar hij zei ook wil je het aanraken. Zei je verdient wel 50 euro meer. Ik zei nee. Ik wou niet iemands plas... iets aanraken.
V: En dan in die bosjes. Dan vraagt hij of jij je plasser wil laten zien en dan doe jij jouw broek een stukje naar beneden en dan zeg je dan gaat hij met zijn vinger aan mijn plasser. Dat stukje, dat hij aan jouw plasser zit. Kan je dat nog eens voor doen? Hoe die dat doet?
A: (Doet het voor met de knuffel) maakt met vinger draaiende beweging tussen de benen/kruis van de knuffel.
V: Zo. En dan maak jij een rondje met je vinger.
A: Ja. Hij had zo met de vinger zo een rondje gedaan.
V: Bij jouw plasser of in jouw plasser. Want wat van de plasser raakt ie precies aan?
A: Dat stukje waar je door kan plassen, niet er in, maar die wat zo heel klein uitsteekt.
Ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 247 Wetboek van Strafrecht
Van een ontuchtige handeling als bedoeld in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is sprake als het een handeling betreft van seksuele aard die in strijd is met de geldende sociaalethische norm. Als het naar de uiterlijke verschijningsvorm van de handeling niet al duidelijk is dat de handeling seksueel van aard is, komt het aan op een beoordeling van alle omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de bedoeling van de verdachte. De wijze van aanraking en het lichaamsdeel dat is aangeraakt kunnen hierbij relevant zijn. De intentie van de verdachte kan in deze gevallen bepalend zijn bij beantwoording van de vraag of zijn gedraging aangemerkt moet worden als een handeling van seksuele aard, oftewel als een handeling met een seksuele strekking. Wanneer vastgesteld kan worden dat de handeling seksueel van aard is, rest de vraag of door deze handeling een sociaal-ethische norm is geschonden, waarbij de verhouding tussen de betrokkenen en de context waarin de handeling zich voltrok, een rol kunnen spelen.
Verdachte heeft telkens zijn broek naar beneden gedaan en zijn blote penis aan de kinderen getoond. Deze handeling merkt de rechtbank aan als een handeling van seksuele aard.
[slachtoffer 1] heeft bovendien zijn penis aangeraakt en vastgehouden, wat onmiskenbaar eveneens als een seksuele handeling moet worden aangemerkt. Verdachte heeft [slachtoffer 1] verder bij de heup en benen aangeraakt. Gelet op de wijze van aanraken van [slachtoffer 1] zoals zij en haar moeder dat beschrijven, gaat de rechtbank voorbij aan de verklaring van verdachte dat hij haar slechts heeft aangeraakt om haar te helpen langs de bosjes te lopen. Ook deze handelingen van verdachte hebben naar het oordeel van de rechtbank een seksuele strekking, mede gelet op de context waarin zij hebben plaatsgevonden.
Verdachte heeft [slachtoffer 3] onder de kleding aangeraakt tussen de benen/bij haar kruis en op haar borsten, wat zonder meer heeft te gelden als een seksuele handeling.
Concluderend zijn alle hiervoor genoemde handelingen naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als handelingen van seksuele aard of met een seksuele strekking, welke in strijd zijn met de sociaal-ethische norm, zodat bewezen kan worden dat sprake is van ontuchtige handelingen.
Feit 2 primair: ontucht plegen “met”
Over het onder 2 primair ten laste gelegde plegen van ontuchtige handelingen
metiemand onder de 16 jaar overweegt de rechtbank het volgende.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1675 herhaald wat al in eerdere arresten was overwogen, namelijk dat van het plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren als bedoeld in artikel 247 Sr ook sprake kan zijn als geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden. Of in een zodanig geval de gedraging of gedragingen van de dader - al dan niet in hun onderlinge samenhang bezien - het plegen van ontuchtige handelingen met het slachtoffer opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre tussen de dader en het slachtoffer enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden (vgl. HR 30 november 2004,
ECLI:NL:HR:2004:AQ0950). Daaraan is toegevoegd dat van een dergelijke situatie slechts sprake zal kunnen zijn in uitzonderlijke gevallen.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de chatgesprekken met [slachtoffer 2] voorafgaand aan de ontmoeting heeft voorgesteld om zijn penis te laten zien, waarvoor [slachtoffer 2] 100 euro zou krijgen. Tijdens de ontmoeting heeft verdachte zijn ontblote penis laten zien aan [slachtoffer 2] en heeft hij meermalen gevraagd of [slachtoffer 2] zijn penis wilde aanraken waarbij hij [slachtoffer 2] meer geld heeft aangeboden als hij dat zou doen. [slachtoffer 2] is hier niet op ingegaan en is vervolgens weggerend. De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte tonen van zijn ontblote penis aan [slachtoffer 2] aangemerkt kan worden als een ontuchtige handeling. Tijdens de ontmoeting tussen verdachte en [slachtoffer 2] heeft echter tussen hen geen voor het plegen van ontucht relevante interactie plaats gevonden die meebrengt dat gesproken kan worden van ontucht plegen met in de zin van artikel 247 van het Wetboek van strafrecht. Het enkel vragen om zijn penis aan te raken en het beloven van een hogere beloning zonder dat hier op ingegaan wordt acht de rechtbank daartoe onvoldoende. De rechtbank acht om die reden niet bewezen dat sprake is geweest van het plegen van ontucht met [slachtoffer 2] .
De rechtbank acht de onder 2 subsidiair ten laste gelegde poging tot het plegen van ontuchtige handelingen met iemand onder de 16 jaar wel bewezen. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte eerst zijn penis heeft ontbloot, daarna meermalen heeft gevraagd of [slachtoffer 2] zijn penis wilde aanraken waarbij hij [slachtoffer 2] meer geld heeft aangeboden als hij dat zou doen. Hiermee is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een begin van uitvoering. Alleen omdat [slachtoffer 2] weigerde aan de wens van verdachte te voldoen en is weggerend, is het niet tot voltooiing gekomen.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 3 primair ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard. Verdachte heeft bekend dat hij contact heeft gehad met [slachtoffer 3] , haar zijn penis heeft getoond en haar heeft gevraagd om die aan te raken. De rechtbank acht ook het aanraken door verdachte van de vagina en borsten van [slachtoffer 3] bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair:
hij op 4 juli 2021 te Holwerd bij de school [naam school 1] in de bosjes met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het opzettelijk ontuchtig laten aanraken van verdachtes ontblote penis door die [slachtoffer 1] en het aanraken van de met kleding bedekte buik, heup en benen van die [slachtoffer 1] .
2. subsidiair:
hij op 6 juni 2021 te Burgum ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen te plegen, nadat verdachte via de sociale media-app TikTok een geldelijke vergoeding voor het tonen van verdachtes penis in het vooruitzicht had gesteld, daaromtrent afspraken had gemaakt met die [slachtoffer 2] en vervolgens die [slachtoffer 2] had ontmoet op de afgesproken locatie bij [naam school 2] ” gelegen aan de [straatnaam] , aldaar, in de bosjes opzettelijk ontuchtig
  • zijn penis heeft ontbloot in het bijzijn van die [slachtoffer 2] en vervolgens
  • zijn ontblote penis aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en vervolgens
  • meermalen die [slachtoffer 2] heeft gevraagd verdachtes penis aan te raken, terwijl de uitvoeringvan dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3. primair:
hij op 26 juni 2021 te Zwolle met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het opzettelijk ontuchtig,
  • ontbloten van verdachtes penis in het bijzijn van die [slachtoffer 3] en
  • vragen aan die [slachtoffer 3] of zij verdachtes ontblote penis wilde aanraken en
  • aanraken van de ontblote vagina en borsten van die [slachtoffer 3] .
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. primair:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
2. subsidiair:
poging tot met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
3. primair: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Deze feiten zijn strafbaar, omdat geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar, omdat niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de onder 1 primair,
2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van drie jaren. Verder vordert hij oplegging van bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, het volgen van een ambulante behandeling, een contactverbod, een locatieverbod en een verbod op het zoeken en hebben van contact met minderjarigen op sociale media.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een straf gelijk aan de duur van het voorarrest met daarbij een voorwaardelijk deel van vier of vijf maanden met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling, een contactverbod en een verbod op het zoeken en hebben van contact met minderjarigen op sociale media. De raadsman heeft verzocht om de door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarde van het vermijden van contacten met minderjarigen en het locatieverbod achterwege te laten.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 8 november 2021, de psychologische rapportage van 20 oktober 2021, het strafblad van verdachte, de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes van 10 jaar en eenmaal aan een poging daartoe met een jongen van 9 jaar. Verdachte had via de sociale media-app Tik-Tok deze jonge kinderen geld beloofd en een afspraak met hen gemaakt om ze te ontmoeten. Bij de ontmoeting liet verdachte zijn broek en onderbroek zakken, toonde hij zijn penis en vroeg hij aan de kinderen of ze zijn penis wilden aanraken. Daarnaast heeft hij de beide meisjes onzedelijk betast waarmee hij hun lichamelijke integriteit heeft geschonden.
Verdachte heeft door geld te bieden om zijn penis vast te pakken en onzedelijk te betasten misbruik gemaakt van die kinderen. Daarnaast had hij moeten en kunnen begrijpen dat hij met zijn handelen de normale seksuele ontwikkeling van deze kinderen op onaanvaardbare wijze in gevaar heeft gebracht. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zijn persoonlijk belangen heeft laten prevaleren boven de belangen van de jonge slachtoffers.
Uit de psychologische onderzoeksrapportage van 21 oktober 2021 opgemaakt door drs. N. Märker, GZpsycholoog, blijkt dat verdachte een zwakbegaafde man is bij wie sprake is van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale persoonlijkheidstrekken en een lichte stoornis in het gebruik van alcohol. De persoonlijkheidsproblematiek staat op de voorgrond en hierdoor wordt het dagelijks functioneren op verschillende domeinen (interpersoonlijk functioneren, impulsbeheersing, affecten en cognities) beperkt. Verdachte heeft vanuit zijn persoonlijkheidsproblematiek gebrekkige empathische vermogens waarbij hij sterk geneigd is instrumenteel gebruik te maken van anderen en gericht is op onmiddellijke behoeftebevrediging.
Hij neigt tot externaliseren en bagatelliseren. Deze kenmerken komen ook naar voren bij het ten laste gelegde. Verdachte bagatelliseert het ten laste gelegde en benadrukt dat hij niks gedaan heeft met de kinderen en geen intentie had seksueel contact met hen te hebben. Hiermee gaat hij voorbij aan het feit dat hij zich wel degelijk schuldig heeft gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens (kwetsbare) kinderen. De persoonlijkheidsproblematiek heeft een belangrijke rol gespeeld ten aanzien van het ten laste gelegde. Hierbij zullen zijn cognitieve beperkingen mede een rol gespeeld hebben. Vanuit zijn problematiek werd verdachte beperkt en beïnvloed in zijn gedragskeuzes en wilsvrijheid. Geadviseerd wordt verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten voor de ten laste gelegde feiten. Verder wordt geadviseerd om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een verplicht reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling in een verplicht kader, zodat de continuïteit van de zorg gewaarborgd wordt.
De rechtbank is met de psycholoog van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend. Hoewel sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid en verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten is de rechtbank van oordeel dat vanwege de ernst van de feiten een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van 3 jaren passend is. De rechtbank komt tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist vanwege de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en de bewezenverklaring van een poging in plaats van een voltooid delict voor feit 2.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf als bijzondere voorwaarden verbinden een meldplicht, een ambulante behandeling, een contactverbod met de slachtoffers en een verbod om contact te zoeken en te hebben met minderjarigen via sociale media. Voor het opleggen van de verplichting medicijnen in te nemen ziet de rechtbank geen aanleiding. Dat geldt ook voor het opleggen van een locatieverbod voor de dorpen Holwerd en Burgum en de stad Zwolle.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring van een onder verdachte inbeslaggenomen telefoon, merk Samsung gevorderd.
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft verzocht tot teruggave aan verdachte van de onder hem inbeslaggenomen telefoon.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen telefoon, merk Samsung, moet worden teruggegeven aan verdachte. Hoewel de telefoon in beginsel vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat de delicten met behulp van deze telefoon zijn gepleegd, is de rechtbank van oordeel dat verdachte door deze sanctie onevenredig zal worden getroffen.

Benadeelde partij

[slachtoffer 1]heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding.
In het schadevergoedingsformulier zijn geen bedragen ingevuld als vergoeding voor materiële en immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in haar vordering, omdat er geen bedragen zijn ingevuld.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich bij dit standpunt aangesloten.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaren, omdat er geen bedragen zijn ingevuld ter vergoeding van materiële en immateriële schade. Daarbij merkt de rechtbank op dat zij een vordering tot schadevergoeding alleen kan beoordelen als er concrete bedragen worden gevorderd. Mocht de benadeelde partij alsnog haar schade vergoed willen krijgen, dan kan zij daarvoor naar de burgerlijke rechter gaan.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt na uitnodiging door de reclassering te Leeuwarden op het door dereclassering aangegeven tijdstip en locatie. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak, zolang en waar de reclassering dat nodig vindt. Dit kan ook huisbezoeken inhouden. Veroordeelde volgt de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden voor zover niet reeds in andere voorwaarden benoemd. Binnen het toezicht worden (sub)doelen geformuleerd waar veroordeelde aan zal werken deze te behalen.
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van de AFPN of eensoortgelijke zorgverlener op de tijden en plaatsen als door of namens de reclassering. De behandeling start na aanmelding. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
dat de veroordeelde op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal zoeken of hebben met
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2010,
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2011, en [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010, zolang het openbaar ministerie dit noodzakelijk acht.
4. dat de veroordeelde zich onthoudt van op welke wijze dan ook:
• seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigenwordt gecommuniceerd.
Bij de controles op gedragsvoorwaarde 4, die gedurende de proeftijd maximaal twee maal per jaar mogen plaatsvinden, kan de reclassering zich bij huisbezoeken (technisch) laten ondersteunen door een ICT-deskundige, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Na digitaal onderzoek ter plaatse deelt de deskundige zijn bevindingen mee aan de aanwezige reclasseringswerker. Bij aantreffen van verborgen of versleutelde bestanden kan de reclassering veroordeelde de aanwijzing geven dat hij deze zichtbaar maakt of ontsleutelt. Voldoet veroordeelde niet aan die aanwijzing, dan kan de reclassering dit opvatten als een schending van gedragsvoorwaarde 4 en hieraan de gevolgen verbinden die uit reclasseringsoogpunt wenselijk zijn. Kan het digitaal onderzoek ter plaatse onvoldoende plaatsvinden, dan kan de deskundige na goedkeuring van de reclassering een digitale kopie maken van de geautomatiseerde werken en gegevensdragers. De kopie wordt zo spoedig mogelijk elders onderzocht, waarna de deskundige het onderzoeksresultaat uitsluitend rapporteert aan de reclassering.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Gelast de teruggaveaan veroordeelde [verdachte] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven telefoon, merk Samsung.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Ten aanzien van feit 1:
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Bepaalt dat deze benadeelde partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A. Vlietstra, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. M.E Joha, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 december 2021.
Mr. Vlietstra en mr. Joha zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.