Uitspraak
- een vergoeding van de schade (beslissing op bezwaar): €281,52;
- de wettelijke rente: €19,54.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over schadevergoeding voor mijnbouwschade aan een woning in Groningen. Eiser, die samen met zijn vader eigenaar is van de woning, heeft een aanvraag ingediend bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen voor schadevergoeding wegens aardbevingsschade. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, eerder een schadevergoeding van €12.640,67 heeft toegekend, maar dat eiser in beroep is gegaan tegen het bestreden besluit waarin een aanvullende vergoeding van €301,06 werd toegekend. Eiser betwistte dat er geen vergoeding was toegekend voor een aantal schades aan de woning, waaronder de linkerzijgevel en andere delen van het huis.
Tijdens de zitting op 3 november 2021 heeft eiser zijn bezwaren toegelicht, maar de rechtbank oordeelde dat de deskundigenadviezen die aan de besluitvorming ten grondslag lagen, zorgvuldig waren en dat er geen reden was om aan de conclusies van de deskundigen te twijfelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade aan de woning door mijnbouwactiviteiten is ontstaan en dat verweerder op basis van de adviezen van deskundigen heeft gehandeld. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere besluiten van verweerder in stand blijven. Eiser kan binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.