Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
1-01-2019: Ik was op mijn werk en ik kwam [verdachte] tegen.
7-01-2019: [verdachte] kwam bij ons langs om te vragen hoe het met mij ging. Hij beweerde dat mijn broer dacht dat hij mij ooit iets heeft gedaan. Hij beweerde ook dat er verhalen rondgingen in Winschoten. [verdachte] zei ook nog dat hij binnenkort naar het ziekenhuis moest voor een operatie. Iemand moest hem wakker maken na de operatie. Hij vroeg of ik dat kon doen.
11-01-2019: [verdachte] had gebeld en gesproken met mijn vader. Hij vroeg of ik meeging naar een stand up-comedian.
21-01-2019: [verdachte] stond mij op te wachten bij [naam] .
31-01-2019: Cadeautje ontvangen van [verdachte] . [verdachte] zei in eerste instantie dat het alvast een verjaardagscadeautje was. Ik ben pas in maart jarig.
1-02-2019: Mijn broer was [verdachte] tegengekomen. [verdachte] had gezegd dat hij 's middags wel even langs zou komen voor een knuffel van mij. Mijn moeder had het cadeautje teruggegeven en hem duidelijk gemaakt dat hij niet meer welkom is bij ons thuis, dat hij niet meer moet bellen en dat hij mij niet meer moet benaderen of moet opzoeken.
Ik kwam thuis rond 15:15 uur. Ik spotte [verdachte] achter ons huis.
11-02-2019: [verdachte] benaderde mij toen ik met mijn hond aan het lopen was. Hij knuffelde mij. Ik zei tegen hem dat hij dit niet moest doen, maar hij deed het toch.
13-02-2019: [verdachte] is naar mijn school toe gegaan en heeft mijn mentor aangesproken. [verdachte] kwam met het verhaal dat ik misbruikt en geprostitueerd word.
24-02-2019: Ik werk bij [bedrijf 1] in Winschoten en op het moment dat ik uit de auto wou stappen, liep [verdachte] net naar buiten uit de [bedrijf 1] .
13-03-2019: Stopgesprek met [verdachte] door de politie.
23-03-2019: [verdachte] fietste weer door onze straat, voor het eerst sinds ongeveer 2 weken.
Ik moest rond het pand van [bedrijf 1] schoonmaken. Ik zag [verdachte] naar mij staan kijken.
Er zat een envelop voor mij tussen de post. In de envelop zaten twee foto's van de overleden hond van [verdachte] .
17-12-2019: [verdachte] stond voor de deur.
22-12-2019: 23:20 uur. Ik zag iemand heel langzaam voor ons huis langs fietsen. Ik zag dat het [verdachte] was. Mijn vader zag bij onze brievenbus een zak hangen. Er zaten pepernoten en strooigoed in en twee kerstkaartjes. Het ene kerstkaartje was voor de Fam. [slachtoffer] en de andere was aan mij gericht.
21-03-2020: Ik was aan het werk, ik was net een week werkzaam bij ' [bedrijf 2] '. Ik zag hem toen provocerend en intimiderend naar me staan kijken.
21-4-2020: [verdachte] bleef op de kruising van ons huis steeds rondjes fietsen.
17-7-2020: [verdachte] kwam weer in de winkel langs en stond voortdurend te kijken naar mij. Na ongeveer een kwartier ging hij weer weg zonder iets te kopen.
21-7-2020: [verdachte] kwam in de winkel en stond de hele tijd mij en mijn collega's te bekijken. Hij liep recht naar mijn kassa toe om zijn winkelmandje af te geven, terwijl die normaal gesproken bij de deur neergezet dient te worden als je niks koopt.
22 en 23-7-2020: Deze twee dagen is hij ook tweemaal per dag in de winkel geweest. Ik hoorde van collega's dat hij steeds binnenkwam en weer wegging zonder iets te kopen.
24-7-2020: [verdachte] kwam in de winkel langs.
29-7-2020: [verdachte] liep voor de winkel langs en keek naar binnen.
Hij komt niet meer in de winkel omdat hij een verbod heeft om in de winkel te komen.
Mijn leven ligt overhoop door [verdachte] . Het is zelfs zo dat ik helemaal niet meer alleen naar buiten durf te gaan. Ik ben de hele dag angstig voor deze man. Mijn ouders brengen mij naar mijn werk en halen mij ook weer op.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
een gedeelte, groot drie maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaar, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
[slachtoffer]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
1.500,-(zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019.