ECLI:NL:RBNNE:2021:4659
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In de zaak met parketnummer 18/171342-21 heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op nihil. De officier van justitie had gevorderd dat de rechtbank het bedrag van € 3.254,25 zou vaststellen als wederrechtelijk verkregen voordeel, maar de rechtbank oordeelde dat er geen betalingsverplichting aan de Staat opgelegd zou worden aan de veroordeelde. De rechtbank baseerde haar beslissing op de verklaring van de veroordeelde, die ter zitting had verklaard ongeveer € 1.000,00 te hebben verdiend met de verkoop van gestolen dozen Lego. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde en de nog niet voldane schadevergoeding aan de benadeelde partij, Intertoys Heerhugowaard, die was toegewezen tot een bedrag van € 1.569,90. De rechtbank heeft in dit bijzondere geval besloten om het wederrechtelijk verkregen voordeel op nihil vast te stellen, ondanks de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.