Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 september 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
17 april 2020 is vastgesteld en waaraan terugwerkende kracht is gegeven tot en met
1 maart 2020 (Stb. 2020, 118). De Tozo bevat regels over bijstandsverlening aan zelfstandigen die financieel getroffen zijn door de gevolgen van de coronacrisis. Omdat de coronacrisis niet als normaal ondernemersrisico kan worden aangemerkt, acht de regering het gerechtvaardigd en noodzakelijk om deze zelfstandigen tijdelijk te ondersteunen.
De Tozo vindt, evenals het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, haar grondslag in artikel 78f van de Pw.
privé-inkomen van de vennoot wordt gerekend. Inkomen of winst wordt, ook bij een vof, pas uitgekeerd nadat over de behaalde omzet inkomstenbelasting is betaald en kosten in mindering zijn gebracht. In dit geval blijkt uit de door eiseres in bezwaar overgelegde boekhouding dat -ondanks de CB- een negatief resultaat is blijven bestaan. Hierdoor heeft eiseres geen middelen om in haar levensonderhoud te voorzien. Dit betekent dat eiseres in dit geval (ook) een beroep kan doen op financiële ondersteuning op basis van de Tozo.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen vier weken een nieuw besluit op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 32,18;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het griffierecht van € 47,- vergoedt.
L.B. Bartels-van Goor, leden, in aanwezigheid van H.J. Boerma, griffier, op
15 september 2021. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende maandag na deze datum.