ECLI:NL:RBNNE:2021:3945
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op grond van artikel 13b Opiumwet wegens drugshandel en overlast
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster tegen de burgemeester van de gemeente Heerenveen. De burgemeester had op 26 juli 2021 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij de huurwoning van verzoekster met ingang van 23 augustus 2021 voor een periode van drie maanden zou worden gesloten vanwege de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs en de overlast die dit met zich meebracht. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De burgemeester heeft aangegeven dat de sluiting wordt opgeschort tot na de uitspraak van de voorzieningenrechter.
Tijdens de zitting op 13 september 2021 is het verzoek behandeld. Verzoekster was aanwezig, bijgestaan door haar waarnemer, en de burgemeester was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, aangezien in de woning drugs zijn aangetroffen die zijn opgenomen in lijst I van de Opiumwet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de woning een rol speelt in de drugshandel, ondanks het feit dat verzoekster zelf geen drugs heeft verkocht.
De voorzieningenrechter heeft ook de belangen van verzoekster afgewogen tegen het algemeen belang van de openbare orde. Hoewel verzoekster heeft aangevoerd dat zij geen drugs heeft verhandeld en dat zij afhankelijk is van haar huurwoning, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de overlast voor de buurt en de ernst van de situatie zwaarder wegen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar bepaald dat de sluiting niet eerder ingaat dan twee weken na de uitspraak, zodat verzoekster tijd heeft om andere woonruimte te vinden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.