Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
reis- en parkeerkosten bij verweerder ingediend. Daarbij heeft eiseres vermeld dat haar zoon, geboren in [geboortejaar] , in de periode van 11 november 2019 tot en met 24 januari 2020 vanwege lichamelijke klachten in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is opgenomen. Eiseres is vrijwel dagelijks vanuit haar woning in Leeuwarden naar Groningen gereden om hem te bezoeken. Ter onderbouwing van de kosten heeft eiseres onder meer parkeertickets en betalingsbewijzen overgelegd.
11 november 2019 tot en met 24 januari 2020 (te beoordelen periode) rechtvaardigt.
27 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:5043). Van dit uitgangspunt kan volgens de CRvB alleen worden afgeweken als bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. Van bijzondere omstandigheden is sprake als het de betrokkene niet kan worden verweten dat
hij niet tijdig een aanvraag voor bijstand heeft ingediend. Het is aan betrokkene om dergelijke bijzondere omstandigheden aannemelijk te maken (vgl. de uitspraak van de CRvB van 9 juni 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1242). Met wat eiseres heeft aangevoerd, heeft zij hier aan voldaan. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Beslissing
L. Bergsma, griffier, op 19 augustus 2021. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende maandag na datum van bekendmaking.