1.14.Verweerder heeft een drietal verzendrapportages met bijlagen, met dagtekening 13 april 2021 overgelegd aangaande de verzending van de onder 1.6. tot en met 1.8. vermelde stukken. Deze rapportages zijn opgesteld door [medewerker] , medewerker Verwerken en Behandelen bij de Centrale administratieve processen van de Belastingdienst in Apeldoorn.
Inzake de uitnodiging tot het doen van aangifte IB/PVV 2016 is in de verzendrapportage onder meer opgenomen:
“
Ik heb op 13 april 2021 in het kader van het hiervoor genoemde verzoek, de volgende systemen geraadpleegd:
- ABS (Aanslagen Belasting Systeem)
- FAA (Fiscale Afspraken Aanslagen)
- DOSHISTORIE (Excel Archief DOS)
- BBA (Belastingdienst brede Berichten Administratie)
- ZP05 (SAP Dispositielijst)
- VA03 (SAP Verkooporderoverzicht)
- DAS (Digitaal Archief Systeem)
Ik heb in ABS ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat er een fiscale afspraak (uitnodiging tot het doen van de definitieve aangifte,
aangifte winst) met dagtekening 28-02-2017, initieel te reageren voor 01-05-2017 en uiterlijk te reageren voor 25-07-2017, is geregistreerd.
Ik heb in FAA ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat er een uitnodiging tot het doen van definitieve aangifte IB/PV, aangifte winst, over
het heffingsvlak 01-01-2016 t/m 31-12-2016, met dagtekening 28-02-2017, gewenste
reactiedatum 01-05-2017 en uiterste reactiedatum 25-07-2017, is geregistreerd.
Ik heb in DOSHISTORIE ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat deze op 12-02-2017, in een partij documenten UDA, met het RUNID N0247598 en
dagtekening 28-02-2017, in een aantal van 200000 stuks, is opgemaakt.
Ik heb in BBA ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat er op 20-02-2017 een bericht, code ELB07, is ontvangen, betreffende een
Papieren_Formulier, met dagtekening 28-02-2017, kenmerk [kenmerk met BSN nummer eiser] , van de
applicatie MHS, ter verwerking.
Ik heb in een query vanuit TSOP/DAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat deze op 20-02-2017 in een partij met het RUNID N0247598 en parameters Groep
G02, Partitie P00058, Archiefdatum 21-02-2017 en Volgn 43583, ten behoeve van het
BSN [BSN eiser] , is geregistreerd ten behoeve van de applicatie DAS.
Ik heb in een outputcontrole ten aanzien van RUNID N0247598, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat op 21-02-2017 de partij documenten SP UDA UDAT01 N0247598 AL781, in een
aantal van 200.000 stuks, steekproefsgewijs is gecontroleerd, in het outputdossier 20170221-003 / Aang. R 2016 ELB 03/04/06/ met een verzenddatum 22-02-2017, onder het eindproductnummer 901884 en het RUNID N0247598.
Ik heb in DAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat op 21-02-2017, onder zoeksleutel [zoeksleutel BSN eiser] en berichtsjabloon ELB07,
een Aangiftebrief 2016 IB met dagtekening 28 februari 2017, kenmerk ELB07, BSN
[BSN eiser] , t.n.v. [eiser] is gearchiveerd en verzonden aan het adres
[adres] .
Ik heb in ZP05 ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 geconstateerd:
Dat dit document is opgenomen in de partij documenten, genaamd UDAT01 Aang. R
2016 ELB 03/04/06/, met het RUNID N0247598 en eindproductnummer 901884, in een aantal van 4 x 50.000 stuks.
Ik heb in ZP05 waargenomen dat de partij documenten met RUNID N0247598 en eindproductnummer 901884 op 22-02-2017 is aangeboden aan SANDD en POSTNL, ter verzending
Ik heb in VA03 ten aanzien van betrokkene, inzake het document uitnodiging doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat de partij documenten (UDAT01 Aang. R 2016 ELB 03/04/06/07) met RUNID N0247598 en eindproductnummer 901884, onder het verkoopordernummer 7005003812, in een aantal van 200.000 stuks, tijdig en zonder problemen is aangeboden ter verzending.
Met postbedrijf SANDD heeft de Belastingdienst in het kalenderjaar 2017 contractueel vastgelegd dat partijen documenten van het soort als met RUNID N0247598 en eindproductnummer 901884 worden bezorgd binnen 72 uren na aanbieding.
Met postbedrijf POSTNL heeft de Belastingdienst in het kalenderjaar 2017 contractueel vastgelegd dat partijen documenten van het soort als met RUNID N0247598 en eindproductnummer 901884 worden bezorgd binnen 48 uren na aanbieding.”
Inzake de aanmaning tot het doen aangifte IB/PVV 2016 is in de verzendrapportage onder meer opgenomen:
“
Ik heb op 13 april 2021, in het kader van het hiervoor genoemde verzoek, de volgende systemen geraadpleegd:
- ABS (Aanslagen Belasting Systeem)
- FAA (Fiscale Afspraken Aanslagen)
-
- DOSHISTORIE (DOS Archief)
-
- BBA (Belastingdienst brede Berichten Administratie)
-
- DAS (Digitaal Archief Systeem)
-
- ZP05 (SAP Dispositielijst)
-
- VA03 (SAP Verkooporderoverzicht)
-
Ik heb in ABS ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat er een fiscale afspraak, een Aanmaning, is geregistreerd met dagtekening 11-07-
2017 met een uiterste reactiedatum van 25-07-2017.
Ik heb in FAA ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat er een Aanmaning is geselecteerd op 27-06-2017 met dagtekening 11-07-2017 en een uiterste reactietermijn van 25-07-2017.
Ik heb in DOSHISTORIE ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat op 27-06-2017 de partij documenten (systeem FAA) met dagtekening 11-07-2017, in een partij met het RUNID N0258495 en het GENNO 01310, in een aantal van 40053 stuks, is aangemaakt.
Ik heb in DOSHISTORIE ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat op 04-07-2017 de partij documenten met het RUNID N0258495, is samengevoegd in een samengestelde partij documenten, dagtekening 11-07-2017, met het RUNID S0037650, in een aantal 42470 stuks, ter verwerking.
Ik heb in een outputcontrole ten aanzien van RUNID N0258495, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat op 06-07-2017 de partij documenten SP FAA FAABO1 N0258495 01310 AL797,
in een aantal van 40.053 stuks, steekproefsgewijs is gecontroleerd, in het outputdossier 20170706-006 met een verzenddatum 07-07-2017, in een samengestelde partij documenten, met een aantal van 42.470 stuks, onder het eindproductnummer 901465 en RUNID S0037650.
Ik heb in BBA ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat er op 07-07-2017 een bericht, code FAA11, is ontvangen betreffende een Papieren_Formulier, dagtekening 11-07-2017, kenmerk FAA11. [BSN eiser] , ter verwerking van de applicatie MHS.
Ik heb in AWP ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning aangifte 13 2016 het volgende waargenomen:
Dat er op 07-07-2017 met betrekking tot het BSN [BSN eiser] , [eiser] , een aanmaning aangifte inkomstenbelasting 2016, met dagtekening 11-07-2017, afzender Belastingdienst (per post), is geregistreerd.
Ik heb in een query vanuit TSOP/DAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 en het volgende waargenomen:
Dat deze op 07-07-2017 in een partij met het RUNID N0258495 en parameters Groep
G01, Partitie P00246, Archiefdatum 07-07-2017 en Volgn 15295, ten behoeve van het
BSN [BSN eiser] , is geregistreerd in de applicatie DAS.
Ik heb in DAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat erop 07-07-2017 onder zoeksleutel [zoeksleutel BSN eiser] en berichtsjabloon
FAA11, een Aanmaning aangifte 2016 met dagtekening 11 juli 2017 en kenmerk
FAA11. [BSN eiser] , t.n.v. [eiser] is gearchiveerd en verzonden aan het adres
[adres] .
Ik heb in ZP05 ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 geconstateerd:
Dat dit document is opgenomen in de samengestelde partij documenten, genaamd
FAABO1 Med./Afw. Uitstel-Herin. met het RUNID S0037650 en generatienummer
g1310/1, in een aantal van 42.470 stuks.
Ik heb in ZP05 waargenomen dat de partij documenten met het RUNID S0037650 en generatienummer g1310/1 op 07-07-2017 is aangeboden aan POSTNL.
Ik heb in VA03 ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanmaning doen van aangifte IB 2016 het volgende waargenomen:
Dat de partij documenten (Uitstel - Herin.)aanm.) met het RUNID S0037650 en
generatienummer g1310/1, onder het verkoopordernummer 7005009769, in een aantal
van 42.470, stuks tijdig en zonder problemen is aangeboden ter verzending.
Met postbedrijf POSTNL heeft de Belastingdienst in het kalenderjaar 2017 contractueel vastgelegd dat partijen documenten van het soort als met RUNID S0037650 en generatienummer g1310/1 worden bezorgd binnen 48 uren na aanbieding.”
2. In geschil is het antwoord op de vraag of de aan eiser opgelegde aanslagen IB/PVV en ZVW 2016 tot het juiste bedrag zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vragen of verweerder terecht een beroep heeft gedaan op de omkering van de bewijslast en of verweerder terecht het in de ambulance gevonden geld als resultaat uit overige werkzaamheden aan eiser heeft toegerekend. Tevens is in geschil of eiser recht heeft op een schadevergoeding. Tenslotte is wat betreft de proceskostenvergoeding in geschil of eiser recht heeft op een integrale vergoeding van de kosten en of eiser recht heeft op een vergoeding van de proceskosten in bezwaar.
3. Wat betreft de ontvankelijkheid van het beroepschrift van eiser inzake de aanslag IB/PVV 2016 overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat verweerder op het bezwaar van eiser al bij brief van 20 februari 2020 (1.11.) heeft beslist. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat dit geschrift, in tegenstelling tot de onder 1.12. vermelde verminderingsbeschikking van 5 maart 2020, alle elementen bevat van een uitspraak op bezwaar: de beslissing inzake het inhoudelijke geschil, de beslissing inzake het verzoek om proceskostenvergoeding en een rechtsmiddelenverwijzing.
Het enkele feit dat de brief van 20 februari 2020 (1.11.) als kopje ‘motivering van de uitspraak op het bezwaar’ heeft, doet daar niet aan af. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het op 4 maart 2020 ingediende beroep van eiser tijdig (niet zijnde prematuur) en ook overigens ontvankelijk is.
inzake de omkering van bewijslast