ECLI:NL:RBNNE:2021:3575
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens overschrijding van de bezwaartermijn in schadevergoeding door mijnbouw
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die schadevergoeding eiste van het Instituut Mijnbouwschade Groningen, en verweerder. Eiser had op 28 november 2019 een aanvraag ingediend voor schadevergoeding vanwege schade aan zijn woning door mijnbouwactiviteiten. Na een adviesrapport van deskundige H. Buchwald, waarin werd geconcludeerd dat de schade niet door mijnbouw was veroorzaakt, heeft verweerder op 18 september 2020 het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door verweerder op 8 januari 2021 niet-ontvankelijk verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 29 juli 2021 behandeld. Eiser stelde dat hij het bezwaarschrift tijdig had verzonden, maar de rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift pas op 10 november 2020 door verweerder was ontvangen, wat na de wettelijke termijn van zes weken was. De rechtbank overwoog dat de indiening van een bezwaarschrift schriftelijk moet gebeuren, en dat de mondelinge mededeling aan de zaakbegeleider niet voldeed aan deze eis. Eiser had ook aangevoerd dat de vertraging in de postbezorging door Covid-19 de oorzaak was van de termijnoverschrijding, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet relevant was, aangezien de termijn al was verstreken.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op de maandag na de uitspraakdatum, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.