ECLI:NL:RBNNE:2021:3536
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in bestuursrechtelijke procedures
Op 6 januari 2021 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.W. de Jonge, die betrokken was bij verschillende bestuursrechtelijke procedures. Dit verzoek volgde op een procedurele beslissing van de rechter, waarbij verzoekster geen toestemming kreeg om vertrouwelijke informatie in te brengen. De rechter heeft op 11 januari 2021 gemotiveerd aangegeven niet in het wrakingsverzoek te berusten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) overwogen dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. De rechtbank concludeert dat de aangevoerde gronden voor wraking niet voldoende zijn om aan te nemen dat er sprake is van vooringenomenheid van de rechter. Aangezien verzoekster geen andere concrete feiten of omstandigheden heeft aangedragen, verklaart de rechtbank het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond. De procedures in de hoofdzaken worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 januari 2021.