ECLI:NL:RVS:2007:BA3209
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- C.J.M. Schuyt
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen staatsraden in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker tijdens de openbare behandeling op 23 maart 2007 van de zaak met nummer 200606497/1, waarin hij betrokken was bij het college van beroep voor de examens van de Universiteit van Amsterdam, een wrakingsverzoek ingediend tegen de staatsraden mr. D.A.C. Slump, mr. W.D.M. van Diepenbeek en mr. C.J.M. Schuyt. Verzoeker stelde dat hij zich niet adequaat kon verdedigen omdat bepaalde relevante stukken ontbraken in het dossier, die betrekking hadden op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Hij was van mening dat de staatsraden niet voldoende actie hadden ondernomen om hem een eerlijk proces te bieden, wat volgens hem duidde op partijdigheid.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het wrakingsverzoek op 2 april 2007 behandeld. De staatsraden maakten geen gebruik van de mogelijkheid om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek. De Afdeling overwoog dat de grond voor wraking moet liggen in feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar kunnen brengen. De aangevoerde gronden van verzoeker waren voornamelijk gericht tegen procedurele beslissingen van de kamer en niet tegen de staatsraden zelf.
De Afdeling concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor twijfel aan de onpartijdigheid van de staatsraden. De uitlatingen van de Voorzitter en het zwijgen van de Leden boden geen aanknopingspunten voor het vermoeden van partijdigheid. Daarom werd het verzoek om wraking afgewezen. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 13 april 2007.