Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 juli 2020 en de daarin genoemde stukken
- de akte overlegging productie van de VvE
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 oktober 2020
- de overgelegde pleitaantekeningen van VvE
- het verzoek van de VvE om voort te procederen
- het verzoek van [A] om voort te procederen met bijgevoegde productie
- de akte van de VvE.
2.De feiten
prijsopgave voor het renoveren van 24 stuks balkonen aan de Asselijnstraat 2-32 te Alkmaar" betreft. De bij die prijs inbegrepen werkzaamheden zijn in de offerte (voor zover van belang) als volgt beschreven:
veertien (14) dagenna dagtekening van deze brief een deugdelijk aanbod te doen om de balkons zoals bovenstaand beschreven te herstellen, te renoveren en te conserveren.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De aangesproken partij
in goed overleg te komen tot een oplossing". Als [A] daarmee werkelijk heeft bedoeld te zeggen dat hij tot (onvoorwaardelijk) herstel bereid was, had het voor de hand gelegen om dat simpelweg en uitdrukkelijk aan te bieden. Doordat [A] in zijn brief enerzijds de gestelde tekortkomingen betwist en anderzijds enkel aanstuurt op overleg over een oplossing, heeft de VvE daaruit niet hoeven begrijpen dat [A] nog bereid was tot het onvoorwaardelijk uitvoeren van herstelwerkzaamheden. Dat betekent dat het verzuim van [A] al met die brief was ingetreden (zie ook HR 11 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1581).