3.3.MUG heeft verweer tegen de vorderingen gevoerd en geconcludeerd [eiser] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans deze af te wijzen met veroordeling in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten indien deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan, alsmede met veroordeling in de nakosten van € 157,00 zonder en € 239,00 met betekening.
Samengevat weergegeven heeft zij aangevoerd dat zij in de eerste helft van 2015 in opdracht van [naam] monsters van verschillende partijen bodemas heeft genomen en daarover heeft gerapporteerd. Op 14 en 15 juli 2015 heeft MUG overleg met - onder meer - [naam] gehad. Naar aanleiding van mededelingen van [naam] heeft MUG partijen 17, 18 en 20 tot en met 23 herkeurd. MUG beschikt niet over een afwijzing van het bevoegd gezag in Friesland, wel over een e-mail van de gemeente Opsterland met daarin de mededeling dat de rapporten op een aantal punten onvolledig waren. De herkeuringsrapporten waren (feitelijk) in september 2015 klaar, maar in verband met het feit dat er nog wat vragen waren, zijn de definitieve rapporten op 13 en 18 november 2015 aangeleverd. Naar aanleiding daarvan heeft het bevoegd gezag toen meteen toestemming voor gebruik verleend.
MUG vindt de door [eiser] opgevoerde kosten (de prijs van € 21,90 per ton die zij aan Bulk heeft betaald) buitensporig hoog omdat zij te ver van de gebruikelijk marktprijs liggen. MUG is in die tijd niet door [eiser] aansprakelijk gesteld. Zij heeft niet de mogelijkheid gekregen om een schadebeperkend alternatief aan te dragen. Het staat niet vast dat de facturen van Bulk ook daadwerkelijk door [eiser] zijn betaald.
Een van de afnemers van de bodemas, BoGroNed, heeft [eiser] op 9 december 2015 aansprakelijk gesteld.
[eiser] heeft MUG pas op 15 september 2016 formeel aansprakelijk gesteld. MUG is van oordeel dat [eiser] haar klachtplicht heeft geschonden. Er zijn 9 maanden verstreken sinds de aansprakelijkstelling door BoGroNed op 9 december 2015. Op grond van artikel 6:89 BW moet er in beginsel binnen twee maanden worden geklaagd. MUG is door het te late klagen benadeeld; zij heeft niet kunnen meedenken of spreken over alternatieven.
Verder is volgens [eiser] de feitelijke grondslag van de vordering onjuist. Uit niets blijkt welke verplichtingen [eiser] met derden is aangegaan. Partij 21 is nooit door het bevoegde gezag beoordeeld. Partij 19 is gebruikt voor een project in Geldermalsen, waarvoor een toepassingsvergunning bestond en is niet herkeurd. De overige partijen zijn na de eerste keuringen deels verplaatst, waardoor de rapporten niet konden worden aangevuld maar opnieuw moesten worden uitgebracht.
MUG heeft niet onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld. Er was geen kraan beschikbaar voor monsterneming. De milieuanalyses waren niet onjuist. MUG heeft de herkeuringen voortvarend uitgevoerd en zo snel mogelijk nieuwe rapporten opgesteld. Zij heeft geen garanties gegeven over de aanlevertijd van rapporten; zij verwijst daarvoor naar artikel 7 van haar algemene voorwaarden.
Deze voorwaarden van MUG bevatten in artikel 11 een beperking van haar aansprakelijkheid. Deze is beperkt tot directe schade bij aan toerekenbare tekortkoming. Niet-directe schade zoals bedrijfsschade en omzet-en winstderving zijn uitgesloten. Aansprakelijkheid is beperkt tot hetgeen de aansprakelijkheidsverzekeraar uitbetaalt en in ieder geval tot het bedrag van advieskosten: € 21.150,00.
De algemene voorwaarden gelden ook tegenover [eiser] . MUG verwijst daarvoor naar de juristprudentie die wordt genoemd in onderdeel 96 van de conclusie van antwoord. Dat de exoneraties ook gelden ten opzichte van [eiser] volgt uit de aard van de overeenkomst en de verhouding tussen partijen. [eiser] geniet voordeel van de keuringen en had ook zelfstandig een keuringsopdracht kunnen geven, [eiser] acht MUG aansprakelijk op grond van een als onrechtmatige daad verklede wanprestatie, de voorwaarden van MUG zijn gebruikelijk en redelijk en [eiser] mocht er niet op vertrouwen dat de voorwaarden niet zouden gelden, onbekendheid met het beding is niet doorslaggevend en [eiser] heeft [naam] de vrije hand gelaten om te bepalen door wie en hoe de bodemas zou worden gekeurd. Zij heeft tot slot nadrukkelijk ingestemd met de herkeuringen.
MUG heeft betwist dat sprake is van grove schuld en dat een beroep op de algemene voorwaarden daarom niet zou opgaan.
Daarnaast ontbreekt volgens MUG het causaal verband. De schade zou ook zijn ontstaan als de tekortkoming van MUG wordt weggedacht. Partijen 17, 18 en 19 zijn na de eerste keuring verplaatst en de rapportages daarover konden daarom niet worden aangevuld. Er moest een herkeuring volgen.
[eiser] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in tijd en wat betreft de opgevoerde prijzen niet anders kon dat de resterende 45.662 ton voor € 21,90 per ton aan Bulk te verkopen. Die prijs is niet marktconform. MUG is niet gevraagd mee te denken toen de vraag voorlag aan wie er geleverd kon worden. In de oorspronkelijke prijs van € 12,00 per ton zit ook € 5,00 aan opslag en transportkosten. Als de resterende partij op het terrein van [naam] is achtergebleven omdat de bodemas kon gebruiken voor ophoging, had daarvoor geen transport en opslag berekend moeten worden.
Voorts heeft MUG betoogd dat de gevolgen niet aan haar toegerekend mogen worden. Daarvoor is de schade te ver verwijderd van de geschonden norm of gebeurtenis.
Verder is sprake van eigen schuld aan de kant van [eiser] . De verplichtingen die [eiser] met derden is aangegaan om af te nemen of om te leveren is een commerciële keuze die in haar invloeds- en risicosfeer ligt; zij had zich meer had moeten inspannen en meer onderzoek had moeten doen naar alternatieven. In elk geval heeft [eiser] niet voldaan aan haar stelplicht en bewijslast op het punt van de omvang van de vermogensschade. met name hoe de prijs van € 21,90 is opgebouwd.
MUG heeft tenslotte de gevorderde buitengerechtelijke kosten betwist. Ze zijn niet toegelicht of onderbouwd en zijn bovendien van keur verschoten door de procedure. Ze voldoen ook niet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW.