ECLI:NL:RBNNE:2021:296
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- P.G. Wijtsma
- H.A. Hulst
- Rechtspraak.nl
Woningsluiting op basis van artikel 13b Opiumwet na aantreffen hennepkwekerij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker uit Groningen. De burgemeester van de gemeente Groningen had op 7 januari 2021 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij de woning van de verzoeker voor een periode van drie maanden gesloten zou worden vanwege het aantreffen van een hennepkwekerij in een bij de woning behorend schuurtje. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De burgemeester heeft aangegeven dat de sluiting wordt opgeschort tot na de uitspraak van de voorzieningenrechter.
Tijdens de zitting op 28 januari 2021 is de verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de burgemeester zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en een andere raadsman. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen, gezien het aantreffen van de hennepkwekerij met 140 planten en de bijbehorende apparatuur. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de woning, de inpandige schuur en het schuurtje bouwkundig één geheel vormen, waardoor de sluiting zich ook tot de woning uitstrekt.
De verzoeker heeft aangevoerd dat er bijzondere omstandigheden zijn die nopen tot afwijking van de beleidsregel, zoals gezondheidsproblemen en de gevolgen van de sluiting voor zijn woonsituatie. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om van de sluiting af te wijken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar bepaald dat de sluiting niet eerder ingaat dan twee weken na de uitspraak, zodat de verzoeker tijd heeft om vervangende woonruimte te vinden.