ECLI:NL:RBNNE:2021:2768

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
17/080015-03
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een veroordeelde met één jaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juni 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, geboren in 1973, die momenteel verblijft in een instelling. De officier van justitie had gevorderd om de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten om deze met één jaar te verlengen. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld op basis van het verlengingsadvies van Reclassering Nederland en de psychische gesteldheid van de veroordeelde, die lijdt aan schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen het voortduren van de terbeschikkingstelling met voorwaarden vereist. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de status van de veroordeelde als ongewenst vreemdeling in Nederland en de noodzaak van repatriëring naar Kroatië. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling aangepast, waarbij enkele voorwaarden zijn gewijzigd en andere zijn geschrapt. De rechtbank heeft benadrukt dat de reclassering zich inspant voor de repatriëring van de veroordeelde naar Kroatië, maar dat de mogelijkheden beperkt zijn door zijn status. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de rehabilitatie van de veroordeelde.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/080015-03
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 18 juni op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende [instelling] te [plaats] ,
hierna te noemen veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 4 juni 2021 waarbij aanwezig waren de veroordeelde, diens raadsman mr. J.A.M. Kwakman, de officier van justitie en de deskundigen M. de Hoog en H.F.A. Fontijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het Verlengingsadvies tbs van 4 april 2021 van Reclassering Nederland, Pro Justitia rapportage van 25 maart 2021, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 22 mei 2003 heeft de rechtbank te Leeuwarden veroordeelde wegens doodslag ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De dwangverpleging is op 27 mei 2014 voorwaardelijk beëindigd. Op 23 mei 2019 zijn de voorwaarden door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gewijzigd.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 3 juni 2003 en laatstelijk op 11 juni 2019 verlengd met twee jaren.
Het advies Reclassering Nederland
In het verlengingsadvies van de reclassering wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven.
Veroordeelde is een 47-jarige man bij wie sprake is van schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Er is sprake van een chronisch psychiatrisch ziektebeeld.
Veroordeelde is ongewenst vreemdeling in Nederland. Sinds 2014 is er sprake van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Beide factoren maken dat veroordeelde uiterlijk eind mei 2023, wanneer de tbs-maatregel van rechtswege eindigt, gerepatrieerd dient te worden naar Kroatië. Daarna of zodra de tbs-maatregel tussentijds wordt beëindigd, zal veroordeelde door de Dienst Terugkeer & Vertrek worden uitgezet naar Kroatië. Door de afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen (IOS) van de Dienst Justitiële Inrichtingen wordt momenteel een overdracht naar Kroatië voorbereid.
Het belangrijkste risico bij onderzochte lijkt gelegen in de omstandigheid dat er sprake is van de aanwezigheid van een psychose met paranoïde wanen al of niet uitgelokt door het gebruik van middelen dan wel door afwezigheid van anti-psychotische medicatie. Het gaat om psychotische symptomen met name die op onderzochte dreigend overkomen en angst veroorzaken en waarbij gedachten -intrusies- opkomen die de zelfcontrole hem overheersen. In dat geval is sprake van antisociaal gedrag en een hoog risico op geweld.
De reclassering adviseert om de tbs-maatregel, binnen het huidige kader van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, te verlengen met twee jaar. Gelet op de huidige situatie wordt geadviseerd de voorwaarden als volgt te wijzigen.
Voorwaarde 5 dient te worden gewijzigd in de volgende tekst:
Zal verblijven binnen [instelling] te [plaats] , waaronder begrepen het verblijf op de plaats die door of namens de instelling wordt aangewezen en het houden aan alle andere door of namens de instelling gegeven aanwijzingen, zolang de reclassering dit nodig acht.
Voorwaarde 7 kan vervallen.
Voorwaarde 9 dient gewijzigd te worden in de volgende tekst:
In crisissituaties en/of in geval van verslechtering van het klinisch beeld, zal meewerken aan plaatsing op een daartoe geschikt bevonden afdeling binnen [instelling] voor de duur van maximaal tweemaal zeven weken, welke terugplaatsing mede als doel heeft te onderzoeken of het verantwoord is het traject van de voorwaardelijke beëindiging voort te zetten.
Voorwaarde 11 dient gewijzigd te worden in de volgende tekst:
Zich inzet om passende dagbesteding te vinden en te behouden, wanneer dit mogelijk wordt geacht in zijn traject, hierbij rekening houdend met zijn draagkracht.
De deskundige H.F.A. Fontijn heeft tijdens de zitting van 4 juni 2021 het advies bevestigd en nader toegelicht.
Sinds juni 2020 wenst veroordeelde mee te werken aan uitzetting naar Kroatië. Veroordeelde is een kwetsbare man en heeft zorg nodig, zowel in Nederland als Kroatië. De reclassering zet zich hiervoor in. Er ligt hiervoor inmiddels een verzoek klaar voor de autoriteiten van Kroatië. Het document dient nog vertaald te worden en dan hebben de autoriteiten 90 dagen voor het nemen van een beslissing. Er is niets te zeggen over de kans van slagen.
Rapport psychiater
Veroordeelde heeft niet meegewerkt aan het onderzoek van de psychiater.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
De raadsvrouw heeft hiertoe onder meer het volgende aangevoerd.
Allereerst wordt het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2019 niet goed uitgevoerd. Het Hof heeft toen overwogen dat de reclassering veroordeelde dient te begeleiden in het kader van de voorwaardelijke beëindiging. Enkel door zijn status van ongewenst vreemdeling blijft veroordeelde echter in de kliniek zonder enige vorm van vrijheden, hetgeen het Hof uitdrukkelijk in strijd met het verbod op discriminatie vond. Voor verlof is een machtiging van de minister vereist en die verleent geen machtiging vanwege de status van ongewenst vreemdeling. Resocialisatie wordt zo onmogelijk gemaakt.
.
Het tweede punt ziet op het traject van repatriëring. Veroordeelde kan tijdens de terbeschikkingstelling niet door de minister worden overgedragen aan de autoriteiten van Kroatië onder gelijktijdige beëindiging van de tbs-maatregel onder de voorwaarde dat hij niet terugkeert naar Nederland (zie beschikking Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 april 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4165). Aanpassing van de voorwaarden door de rechtbank is volgens het gerechtshof wel mogelijk. De rechtbank kan te zijner tijd voorwaarden aanpassen en daarin opnemen dat veroordeelde mee moet werken aan de terugkeer naar Kroatië met een inreisverbod. Er moet dan wel een concreet plan van aanpak liggen en daarom is het zinvoller om de repatriëring door de kliniek en de reclassering te laten regelen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de strafmotivering in het onderliggende vonnis vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op grond van de inhoud van voormeld advies van Reclassering Nederland, de door de deskundigen gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen het voortduren van de terbeschikkingstelling met voorwaarden vereist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting en het verslag van Reclassering Nederland komt naar voren dat de reclassering bij veroordeelde betrokken is en dat er een traject is ingezet om verdachte over te dragen aan Kroatië. Indien de mogelijkheid zich voordoet, zal veroordeelde aan Kroatië overgedragen worden. De rechtbank is ervan overtuigd dat de reclassering alles doet wat binnen haar mogelijkheden ligt. Dat deze mogelijkheden vanwege de status van veroordeelde beperkt zijn, is niet aan de reclassering te wijten. De rechtbank ziet in de bijzondere omstandigheden wel reden om de terbeschikkingstelling niet met twee maar met één jaar te verlengen. Over een jaar kan dan gekeken worden wat de stand van zaken is met betrekking tot de repatriëring.
De reclassering heeft geadviseerd om de voorwaarden 5, 9 en 11 aan te passen en voorwaarde 7 te schrappen. De rechtbank zal voorwaarde 7 schrappen en voorwaarden 9 en 11 aanpassen zoals geadviseerd door de reclassering. Voorwaarde 5 wordt niet gewijzigd omdat de voorgestelde wijziging feitelijk neerkomt op hervatting van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging en dat is in strijd met het arrest van het Gerechtshof van 23 mei 2019.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van veroordeelde met één jaar.
De rechtbank wijzigt de voorwaarden waaronder de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, waardoor de voorwaarden thans komen te luiden:
1. dat de terbeschikkinggestelde zich onthoudt van het plegen van strafbare feiten;
2. dat de terbeschikkinggestelde zal meewerken aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijk opgestelde opsporingsbeleid ten aanzien van terbeschikkinggestelden;
3. dat de terbeschikkinggestelde zich onder toezicht van de reclassering zal stellen en zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen en meldplicht door of namens deze instelling aan hem te geven;
4. dat de terbeschikkinggestelde toestemming zal geven om gegevens uit te wisselen met personen en instanties die in het kader van het toezicht erbij betrokken worden;
5. dat de terbeschikkinggestelde zal meewerken aan het resocialisatieaanbod van Forensisch Beschermd Wonen van [instelling] te [plaats], waaronder begrepen het verblijf op de plaats die door of namens de instelling wordt aangewezen en het houden aan alle andere door of namens de instelling gegeven aanwijzingen;
6. dat de terbeschikkinggestelde zich zal onthouden van alcohol- en drugsgebruik en dat hij zal meewerken aan de controles die hierop zijn gericht, ook als dit bloedcontrole inhoudt;
7. dat de terbeschikkinggestelde zijn medicatie neemt zoals voorgeschreven en dat hij zal meewerken aan de controles die hierop zijn gericht, ook wanneer dit een bloedcontrole is;
8. dat de terbeschikkinggestelde in crisissituaties en/of in geval van verslechtering van het klinisch beeld, zal meewerken aan plaatsing op een daartoe geschikt bevonden afdeling binnen [instelling] voor de duur van maximaal tweemaal zeven weken, welke terugplaatsing mede als doel heeft te onderzoeken of het verantwoord is het traject van de voorwaardelijke beëindiging voort te zetten;
9. dat de terbeschikkinggestelde inzicht geeft in zijn financiën en dat indien het noodzakelijk is zal meewerken aan een schuldhulpverleningstraject;
10. dat de terbeschikkinggestelde zich inzet om passende dagbesteding te vinden en te behouden, wanneer dit mogelijk wordt geacht in zijn traject, hierbij rekening houdend met zijn draagkracht;
11. dat de terbeschikkinggestelde niet van woonplek verandert zonder voorafgaande toestemming van de reclassering;
12. dat de terbeschikkinggestelde uitdrukkelijk openheid geeft over zijn psychische gesteldheid, eventuele stemmen die hij hoort en zucht naar drugs.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Brinksma voorzitter, mr. B.F. Hammerle en mr. S. van Gessel, rechters, bijgestaan door mr. S.D. Rodenboog, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2021.