Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 april 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser
.
Procesverloop
(het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser een vergoeding van € 2.755,00 toegekend.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.C. Molema-Nankman, en verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, vertegenwoordigd door mr. T.W. Franssen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, waarin een vergoeding van € 2.755,00 was toegekend voor schade aan zijn woning, veroorzaakt door aardbevingen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een aanvullende vergoeding van € 95,00, wat gedeeltelijk werd toegewezen. Eiser was van mening dat hij recht had op vergoeding voor 42 dagdelen, terwijl verweerder stelde dat de schade hersteld kon worden in 15 werkdagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergoeding van 30 dagdelen redelijk was, en dat de aanwezigheid van eiser tijdens de weekenden niet vergoed hoefde te worden. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit voldoende was onderbouwd en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.