Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 400,00(2x € 200,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en zijn werkgever naar aanleiding van een arbeidsongeval. De eiser, een schilder, was op 19 oktober 2020 tijdens zijn werkzaamheden ten val gekomen van een steiger, wat resulteerde in een gebroken sleutelbeen en een ziekenhuisopname. De eiser vorderde dat de werkgever aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had geleden als gevolg van het ongeval, onder verwijzing naar artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek, dat de werkgever verplicht om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving.
De werkgever betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat zij aan haar zorgplicht had voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet voldoende maatregelen had genomen om de veiligheid van de werknemer te waarborgen. De rechter benadrukte dat de werkgever verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn werknemers, ongeacht hun ervaring. De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake was van bewuste roekeloosheid van de werknemer, zoals de werkgever had betoogd. De werkgever werd aansprakelijk gesteld voor de schade en veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 589,47 werden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt de strenge zorgplicht van werkgevers en de noodzaak om adequate veiligheidsmaatregelen te treffen, vooral bij werkzaamheden op hoogte. De rechter stelde vast dat de werkgever tekort was geschoten in haar verplichtingen, wat leidde tot de aansprakelijkheid voor de schade van de werknemer.