Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
25 mei 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
daarmede rijdende over de Drentse Mondenweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, op de Drentse Mondenweg, welke weg als voorrangsweg was aangeduid en/of waar een maximumsnelheid gold van 80 kilometer per uur en/of terwijl de duisternis was ingetreden en/of terwijl (alleen) de stadsverlichting van het motorrijtuig was ingeschakeld,
met het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig heeft gereden met een snelheid van (ongeveer) 140 kilometer per uur, althans met een snelheid die (aanmerkelijk) hoger lag dan ter plaatse was toegestaan en verantwoord was,
waardoor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , inzittende(n) van bedoelde Mercedes, werd(en) gedood;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 september 2019, te Valthermond, althans in de gemeente Borger-Odoorn als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk: Land Rover/Range Rover), daarmee rijdende op de Drentse Mondenweg, welke weg ter plaatse was aangeduid als voorrangsweg en/of waar een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur gold, en terwijl de duisternis was ingetreden, genoemde weg heeft bereden met een snelheid van ongeveer 140 kilometer per uur,
(mede) ten gevolge waarvan een botsing/aanrijding is ontstaan en/of niet te voorkomen/vermijden was met een personenauto, merk: Mercedes, bestuurd door [slachtoffer 1] , die vanaf de Valtherdijk de Drentse Mondenweg was opgereden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Beoordeling van het bewijs
De VerkeersOngevalsAnalyse houdt onder meer in dat uit onderzoek aan de airbagmodule van de Land Rover blijkt dat de bestuurder van de Land Rover (verdachte) ten tijde van de botsing met de Mercedes reed met een snelheid van maximaal 131 km/u en minimaal 128 km/u. Tevens blijkt hieruit dat de bestuurder tot 5 seconden voorafgaande aan het ongeval reed met een snelheid van ongeveer 140 km/u. De officier van justitie heeft met betrekking tot het onderzoek aan de airbagmodule verwezen naar een vergelijkbare zaak (ECLI:NL:RBNNE:2020:2093) waarin de rechtbank de uitkomst van dit onderzoek heeft gebruikt als bewijs voor de gereden snelheid. Voorts wordt de uitkomst van het onderzoek aan de airbagmodule bevestigd door de voertuiguitlezing aan de hand van het CDR (Crash Data Retrieval) systeem, aldus de officier van justitie.
met te hoge snelheid heeft gereden, terwijl hij (in het donker) alleen het stadslicht had ingeschakeld. Verdachte is hierdoor in botsing gekomen met de door [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) bestuurde Mercedes. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) zijn als gevolg van deze botsing overleden. Hoewel uit de stukken ook blijkt dat de Mercedes, bestuurd door [slachtoffer 1] , niet heeft stilgestaan bij het stopbord en geen voorrang heeft verleend aan verdachte, neemt dit de schuld van verdachte niet weg, aldus de officier van justitie.
ten overstaan van de politie aangegeven dat zij, op 16 september 2019, niet in die zin heeft verklaard, doch (heeft verklaard) dat zij zag dat de Mercedes even kort bleef stilstaan vóór de kruising met de Drentse Mondenweg. De officier van justitie heeft, te dien aanzien, aangegeven dat deze laatste verklaring van getuige [getuige] niet strookt met de onderzoeksresultaten, neergelegd in het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse, met de daarbij behorende bijlagen.
Vermoedelijke toedracht:
Voertuig 1 zijnde ingevoerde Landrover, rijdt over de N379 in zuidelijke richting komende vanaf Valthermond in de richting van Nieuw-Weerdinge. De N379 betreft een voorrangsweg. Voertuig 2 zijnde de ingevoerde Mercedes rijdt over de Valtherdijk in westelijke richting. Ter hoogte van het punt alwaar de Valtherdijk de N379 kruist is de Mercedes de N379 opgedraaid. Waarschijnlijk was de bestuurder voornemens de richting van Nieuw-Weerdinge aan te houden. Bij het opdraaien van de N379 heeft voertuig 1, voertuig 2 niet kunnen ontwijken welk resulteerde in de aanrijding.
Voertuig 1 is tot stilstand gekomen in het akkerland aan de westkant van de N379.
Voertuig 2 is tot stilstand gekomen op de N379 met de neus van het voertuig in de richting van Nieuw-Weerdinge.
Omstreeks 22:30 uur, naderde ik de kruising met de Drentse Mondenweg. Qua tijd kan het ook iets eerder zijn geweest. Ik reed op dat moment nog steeds op de Valtherdijk.
Ik zag in de verte, links van mij, een voertuig naderen. Dit voertuig reed over de Drentse Mondenweg. Komende uit de richting van Valthermond en gaande in de richting van Nieuw-Weerdinge. Ik kon niet zien wat voor voertuig dit was. Ik zag enkel twee koplampen aankomen. Ik kan de afstand slecht inschatten maar ik denk dat ik toen op dat moment ongeveer 2 (de rechtbank begrijpt: 200) à 300 meter voor de kruising met de Drentse Mondenweg reed.
Ik ben doorgereden in de richting van de Drentse Mondenweg. Toen ik de genoemde kruising op ongeveer 100 meter was genaderd, zag ik uit de voor mij tegenover gestelde richting, ook twee koplampen naderen. Vanaf dat moment ging het eigenlijk heel snel.
A: Op maandag 16 september 2019 omstreeks 23:00 uur reed ik als bestuurder van mijn Range Rover.
A: Ik reed vanaf Assen over de Mondenweg vanuit Valthermond in de richting van Ter Apel.
A: Ik kwam van de sportschool en ik ging naar huis.
V: Rijd je hier vaker?
A: Ik rij daar het hele jaar elke maandag en woensdag.
V: Ben je ook bekend met de ligging van de betreffende kruising?
A: Ja daar ben ik ook bekend mee.
V: Was de kruising voor jou zichtbaar?
A: Ja die was goed zichtbaar.
V: Was het hier drukker of anders dan normaal?
A: Nee, rustig.
V: Kon je de wegsituatie goed overzien?
A: Die kon ik prima overzien.
V: Hoe hard mag je op de betreffende weg?
A: 80 kilometer per uur.
V: Hoe hard reed je?
A: Dat weet ik niet meer precies, maar volgens mij reed ik niet hard.
A: Ik heb aan de rechter kant een voertuig zien naderen. Dit zag ik op denk ik wel 2 kilometer het veld in. Ik zag de lichten van dit voertuig.
V: Wat kun je verklaren over wat er kort voor en op de kruising gebeurde?
A: Ik kwam op de kruising aan en ik zag op het laatste moment van links lampen aankomen. Dit gebeurde in nog geen seconde. Toen ik ze zag was het ook al raak, ik kon niet meer reageren. De klap was er ook al.
V: Heb je de Mercedes nog waargenomen?
A: Eerst kwam de klap, toen kwam ik tot stilstand.
A: Dat weet ik niet misschien dat ik door de schrik nog het gas heb losgelaten, maar verder kon ik niks doen.
V: Kon je nog uitwijken / sturen / remmen?
A: Nee, ik heb niets meer kunnen doen.
V: Voerde je verlichting, en wat voor verlichting?
A: Dimlicht, dit gaat automatisch. Dus door de auto van rechts reageert de auto en gaat het licht op dimlicht.
De bestuurder van de Mercedes reed met zijn voertuig over de Valtherdijk, komende uit de richting van de Musselweg, in de richting van de kruising met de Drentse Mondenweg. De bestuurder van de Land Rover reed op dat zelfde moment met zijn voertuig over de Drentse Mondenweg, komende uit de richting van het Zuiderdiep, in de richting van de kruising met de Valtherdijk.
Op genoemde kruising verleende de bestuurder van de Mercedes geen voorrang aan de bestuurder van de Land Rover. Op de kruising botste de Land Rover met de voorzijde tegen de rechter zijde van de Mercedes. Na de eerste botsing ontstond een secundaire botsing, waarna de voertuigen in hun eindpositie tot stilstand kwamen.
Op de plaats van het ongeval overleden de bestuurder van de Mercedes en de naast hem zittende passagier aan hun bij dit ongeval opgelopen verwondingen.
Uit onderzoek naar de airbag module van de Land Rover bleek dat de bestuurder van de Land Rover ten tijde van de botsing met de Mercedes reed met een snelheid van maximaal 131 km/h en minimaal 128 km/h. Tevens bleek dat de bestuurder tot 5 seconden voorafgaande aan het ongeval reed met een snelheid van ongeveer 140 km/h. Uit het onderzoek van snelheid- en impact analyse, uitgevoerd door collega R. Beijaard, bleek dat de bestuurder van de Mercedes op dat zelfde moment zeer waarschijnlijk met een snelheid reed van maximaal 59 km/h en minimaal 51 km/h. Gelet op het onderzoek naar de gereden snelheden van de betrokken voertuigen voorafgaande aan het ongeval, kan gesteld worden dat:
- De bestuurder van de Mercedes haast met zekerheid de kruising met de Drentse Mondenweg opreed, zonder zijn voertuig voorafgaande aan de kruising tot stilstand te brengen en daarbij geen voorrang gaf aan de op de Drentse Mondenweg rijdende Land Rover.
- De bestuurder van de Land Rover haast met zekerheid op de Drentse Mondenweg reed, met een snelheid welke aanmerkelijk hoger was dan de toegestane maximumsnelheid.
(…)
Uit ons onderzoek kwam niet vast te staan welke verlichting of combinatie van verlichting de bestuurder van de Land Rover voerde en of de Land Rover duidelijk en als zodanig waarneembaar was voor de bestuurder van de Mercedes. Het zicht van de bestuurders op elkaar, waarbij het ongeval had plaatsgevonden bij duisternis, was sterk afhankelijk van de gevoerde verlichting.
Uit de getuige verklaring van [getuige] bleek dat zij, rijdende over de Valtherdijk in de richting van de Drentse Mondenweg, duidelijk de verlichting kon zien van beide bij dit ongeval betrokken voertuigen.
Hoewel er niet met zekerheid gesteld kan worden welke verlichting de Land Rover voerde kort voorafgaande dan wel ten tijde van het ongeval, was de Land Rover mogelijk wel zichtbaar en als zodanig waarneembaar. Het is mogelijk dat dit ook gold voor de bestuurder van de Mercedes en dat hij de Land Rover had kunnen zien op het moment dat dat mogelijk was.
Het slachtoffer (zijnde de bestuurder van de Mercedes) was genaamd:
[slachtoffer 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] -2001, gewoond hebbende [straatnaam] , [woonplaats] . De schouwarts verklaarde dat het slachtoffer was overleden aan het volgende letsel: Schedel-, hersenletsel.
Door de arts M.F. Han van de GGD Noord-Nederland, is in ons bijzijn op dinsdag 17 september 2019 om 02:25 uur de schouw verricht. Van deze schouw is door genoemde arts een verslag betreffende een niet natuurlijke dood opgemaakt.
Het slachtoffer (zijnde de bijrijder van de Mercedes) was genaamd:
[slachtoffer 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] -2002, gewoond hebbende [straatnaam] , [geboorteplaats] . De schouwarts verklaarde dat het slachtoffer was overleden aan het volgende letsel: Schedel-, hersenletsel
De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat het desbetreffende onderzoeksrapport en de naar aanleiding daarvan door genoemde verbalisant opgemaakte analyse, de enige bron is voor de (aangenomen) snelheid waarmee verdachte zou hebben gereden. In de zaak waarnaar de officier van justitie heeft verwezen, is sprake van validatie door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van het (Franse) onderzoek. Validatie door het NFI heeft in de onderhavige zaak niet plaatsgevonden. Derhalve is niet vastgesteld door een onafhankelijke deskundige of het onderzoek in de data van de airbagmodule op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Mede gelet op de discrepantie -waar de raadsman ter terechtzitting op heeft gewezen, welke discrepantie ook door de rechtbank is vastgesteld- tussen de analyse, neergelegd in enerzijds het proces-verbaal Voertuiguitlezing en anderzijds het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse over het gebruik van de autogordel door de bestuurder van de Land Rover (verdachte), en voorts gelet op de consequente verklaring van verdachte dat hij weliswaar te hard heeft gereden maar niet zo hard als het onderzoek aan de airbagmodule zou hebben uitgewezen, ziet de rechtbank aanleiding om de uitkomst van het rapport slechts te beschouwen als een indicatie van de door verdachte gereden snelheid. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat verbalisant [verbalisant 6] in het proces-verbaal van bevindingen van 17 september 2019 (hiervoor vermeld onder de bewijsmiddelen) heeft gerelateerd dat getuige [getuige] een dag na het ongeval aan hem heeft verteld dat haar was opgevallen dat de auto (van verdachte) in haar ogen heel snel dichterbij kwam en dat ze het vermoeden heeft dat de auto veel sneller heeft gereden dan de toegestane 80 km per uur.
.
Bewezenverklaring
met een snelheid van (ongeveer) 140 kilometer per uur, althans met een snelheid die (aanmerkelijk) hoger lag dan ter plaatse was toegestaan en verantwoord was”, gaat de rechtbank er vanuit dat de officier van justitie, in het subsidiaire feit, abusievelijk het gedeelte van de delictsomschrijving in het primaire feit ná “
140 kilometer per uur”niet heeft opgenomen. Immers, aannemelijk is dat het feitencomplex dat de officier van justitie aan verdachte verwijt en redengevend heeft geacht voor overtreding van artikel 6 WVW, ook bedoeld is redengevend te zijn voor overtreding van artikel 5 WVW en dat niet is beoogd om, in het subsidiaire feit, de aan verdachte verweten te hoge snelheid te beperken tot (ongeveer) 140 kilometer per uur maar, evenals bij het primaire feit, aan verdachte iedere snelheid die (aanmerkelijk) hoger lag dan ter plaatse was toegestaan en verantwoord was, te verwijten. Deze toevoeging zal derhalve door de rechtbank worden ingelezen in het subsidiair ten laste gelegde feit nu er daardoor geen sprake is van een wezenlijk ander strafbaar verwijt en deze toevoeging geen groter of ander feit betreft dan
de omschrijving van het feitencomplex in de tenlastelegging. Nu er bij verdachte geen onduidelijkheid heeft bestaan met betrekking tot hetgeen aan hem wordt verweten, acht
de rechtbank de verdachte hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
hij op 16 september 2019, te Valthermond, als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk: Land Rover/Range Rover), daarmee rijdende op de Drentse Mondenweg, welke weg ter plaatse was aangeduid als voorrangsweg en waar een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur gold, en terwijl de duisternis was ingetreden, genoemde weg heeft bereden met een snelheid die (aanmerkelijk) hoger lag dan ter plaatse was toegestaan en verantwoord was, mede ten gevolge waarvan een botsing/aanrijding is ontstaan met een personenauto, merk: Mercedes, bestuurd door [slachtoffer 1] , die vanaf de Valtherdijk de Drentse Mondenweg was opgereden, door welke gedraging van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Mede hierdoor heeft een verkeersongeval plaatsgevonden ten gevolge waarvan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn overleden.
Benadeelde partij
1. [benadeelde partij 1] (vader van [slachtoffer 2] ), tot een bedrag van € 2.500,- ter zake van affectie schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 2] (moeder van [slachtoffer 2] ), tot een bedrag van € 2.500,- ter zake van affectie schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij 3] (broer van [slachtoffer 2] ), tot een bedrag van € 17.500,- ter zake van affectie schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Uit de vorderingen van de familie [naam familie slachtoffer 2] blijkt dat een deel van de schade inmiddels is vergoed door de verzekeringsmaatschappij (Reaal). Uit de vorderingen van de familie [naam familie slachtoffer 1] , die eerst ter terechtzitting zijn ingediend, blijkt niet of de schade (deels) voor vergoeding door een verzekeringsmaatschappij in aanmerking komt.
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
geldboete ten bedrage van € 1.000,-(zegge: één duizend euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis.
6 maanden.
[benadeelde partij 4]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 5]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 6]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 7]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 1]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 2]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 3]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.