Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats 1] , eiser
De minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder
[derde belanghebbende 1] , te [plaats 2]
[derde belanghebbende 2] , te [plaats 3]
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank komt niet toe aan behandeling van de inhoudelijke gronden die eiser heeft ingebracht tegen de instemming met het verlichtingsplan, omdat deze procedure slechts betrekking heeft op het besluit om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.
.Ook past de rechtbank geen bestuurlijke lus toe, omdat deze zaak tot nu toe alleen ging over de ontvankelijkheid van het bezwaar. Verweerder moet daarom een nieuw besluit nemen en rekening houden met deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.