ECLI:NL:RBNNE:2021:1869
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen van bankpassen en poststukken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 mei 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen van bankpassen en poststukken. De verdachte, geboren in 1990 en woonachtig in Emmen, was niet verschenen tijdens de zitting, maar werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. D. Jakobs. Het Openbaar Ministerie was vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman. De tenlastelegging omvatte het verwerven en voorhanden hebben van bankpassen en poststukken die vermoedelijk afkomstig waren uit misdrijf, in de periode van 1 maart 2015 tot en met 31 december 2015. De officier van justitie vorderde een taakstraf van 30 uren voor de verdachte, stellende dat hij wetenschap had van de criminele herkomst van de bankpassen en poststukken.
De verdediging betoogde echter dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de gehele tenlastelegging. De rechtbank heeft in haar oordeel overwogen dat het primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Het onderzoek, dat was gestart naar aanleiding van verdachte contante geldopnames, had geen bewijs opgeleverd dat de bankpassen en poststukken daadwerkelijk van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank concludeerde dat de inschrijving van Bulgaarse personen op het adres van de verdachte en het openen van bankrekeningen op verzoek van een ander op zichzelf geen misdrijf opleverde. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van alle tenlastegelegde feiten.