In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. E.R.M. Holtz-Russel, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze. Eiser had een verzoek om handhaving ingediend wegens vermeende overtredingen van bestemmingsplannen door een derde partij. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om handhaving op verschillende punten is afgewezen, waaronder het aanleggen van een semiverharding en het gebruik van agrarische percelen voor niet-agrarische activiteiten. De rechtbank heeft de procesgang en eerdere besluiten van de gemeente beoordeeld, waaronder een eerdere uitspraak van 15 december 2017 waarin het beroep van eiser gegrond werd verklaard. De rechtbank concludeert dat er geen overtredingen zijn vastgesteld die handhaving rechtvaardigen, met uitzondering van enkele specifieke gevallen. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten, omdat een deel van de overtredingen inmiddels is gelegaliseerd door een verleende omgevingsvergunning. Eiser heeft recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.602,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 maart 2021.