ECLI:NL:RBNNE:2021:1511

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 april 2021
Publicatiedatum
21 april 2021
Zaaknummer
18/240236-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eenvoudig witwassen en handelen in verdovende middelen met aanzienlijke hoeveelheden cocaïne

Op 15 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van eenvoudig witwassen en het handelen in verdovende middelen, specifiek cocaïne. De verdachte, geboren in 1980 en thans gedetineerd in P.I. Leeuwarden, werd aangeklaagd voor het telen, verkopen en in bezit hebben van cocaïne in de periode van 1 januari 2020 tot en met 23 september 2020. Tijdens de zitting op 1 april 2021 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J. Boksem, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P. Senior.

De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk verbergen van de herkomst van geldbedragen die afkomstig waren uit misdrijven, en het in bezit hebben van een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne, namelijk ongeveer 1027 gram. De rechtbank heeft diverse bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder verklaringen van de verdachte en getuigen, alsook proces-verbaal van de politie. De verdachte heeft erkend dat hij in verdovende middelen handelde, maar ontkende dat het aangetroffen geld van misdrijf afkomstig was, stellende dat hij dit had gewonnen met pokeren.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte in de genoemde periode handelde in verdovende middelen en dat hij geldbedragen voorhanden had die afkomstig waren uit eigen misdrijf. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen goederen verbeurd. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van drugshandel op de volksgezondheid en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer 18/240236-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 15 april 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te P.I. Leeuwarden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 april 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P. Senior.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging en na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 23 september 2020 te Emmen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
en/of
hij op of omstreeks 23 september 2020 te Emmen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 1027 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 23 september 2020 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
van één of meerdere voorwerpen (een geldbedrag)
- de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen,
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddelijk of middelijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1 (aanwezig hebben van en handelen in cocaïne) en 2 (eenvoudige witwassen).
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat het onder 1 ten laste gelegde kan worden bewezen, met dien verstande dat ten aanzien van het handelen in verdovende middelen de pleegperiode moet worden ingekort. Verdachte heeft verklaard dat hij enkel gedurende de maanden augustus en september 2020 in verdovende middelen heeft gehandeld. Nu aan de hand van het dossier, in het bijzonder de getuigenverklaringen van de vermeende kopers, niet valt vast te stellen op welke schaal verdachte heeft gehandeld dient bij de bewezenverklaring van de pleegperiode uit te worden gegaan van de verklaring van verdachte.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat enkel het geldbedrag dat in de beker in de keukenkast is aangetroffen (€ 4.125,-) met cocaïnehandel is verdiend. Met betrekking tot dit bedrag is sprake van witwassen en kan het onder 2 ten laste gelegde worden bewezen. De overige geldbedragen die onder verdachte zijn aangetroffen betreft geld dat verdachte heeft gewonnen met pokertoernooien en zwartwerken. Het bedrag ad € 3.400,- dat in een enveloppe zat, is afkomstig van een door de broer van verdachte terugbetaalde lening van verzekeringsgeld. Deze geldbedragen hebben geen criminele herkomst en vallen niet onder feit 2, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 en 2
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 1 april 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb drugs gedeald.
U houdt mij de verklaring van [naam ] voor. Ik heb hem op de pof drugs gegeven.
Het klopt dat ik op 23 september 2020 ben aangehouden. Tijdens het wegrijden heb ik een sok en mijn telefoon uit de auto gegooid. U houdt mij enkele tapgesprekken voor. Die gesprekken hadden inderdaad betrekking op de handel in verdovende middelen. Op dezelfde dag van mijn aanhouding heeft de politie mijn woning doorzocht. Het klopt dat in de woning cocaïne en veel geld lag. Het geld dat in de mand in de kledingkast en de handtas zat, is van mijn vriendin. Het overige geld is van mij. Het geld dat in een wit mokje in de keukenkast is aangetroffen was handelsgeld.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 december 2020, opgenomen op pagina 365 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2020050791 d.d. 22 december 2020, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
In verband met het onderzoek naar handel in verdovende middelen door verdachte werd een mobiele telefoon in beslag genomen. Dit betrof een telefoon van het merk Samsung. Aan dit toestel was telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld, welke in gebruik was bij verdachte. Deze mobiele telefoon werd aangetroffen in de nabije omgeving van de locatie waar verdachte was aangehouden.
Ik, verbalisant heb onderzoek gedaan in de gegevens welke zijn veiliggesteld. Ik heb mij
hierop voornamelijk gericht op de gespreksgeschiedenis, de sms-berichten en de chats
Uit de gegevens blijkt dat verdachte veelvuldig benaderd wordt door verschillende personen om vervolgens een afspraak te maken op een locatie dan wel om te bezorgen in de brievenbus. Daarbij worden regelmatig getallen/bedragen genoemd.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2020, opgenomen op pagina 248 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 23 september 2020 hebben wij onderzoek gedaan naar de inbeslaggenomen zakjes witte poeder onder verdachte. Door collega's die de aanhouding van verdachte hebben gedaan is waargenomen dat hij goederen via het raam van het voertuig naar buiten heeft gegooid. Op deze locatie werd een sok met daarin meerdere gripzakjes met witte poeder
aangetroffen. Wij, verbalisanten, hebben deze zakjes geteld en een aantal stuks gewogen. Het ging hierbij om 36 gripzakjes.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 september 2020, opgenomen op pagina 337 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Ik was belast met het verhoor van de verdachte [verdachte] , in het cellencomplex aan de Balkengracht 3 te Assen. Nadat ik de verdachte had gehoord, heb ik uit zijn fouillering 197 euro gehaald en in beslag genomen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2020, opgenomen op pagina 252 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op woensdag 23 september 2020 uur hebben wij het voertuig voorzien van
kenteken [kenteken] doorzocht. In de armleuning van het midden console lag in totaal 387 euro aan contant geld. 1 brief van 50 euro, 2 brieven van 20 euro, 2 brieven van 5 euro en 287 euro aan kleingeld.
Verdachte: [verdachte] , geboren op 20 juni 1980 te [geboorteplaats] in Marokko.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2020, opgenomen op pagina 338 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Dit betreft de hoeveelheid in beslag genomen kleingeld. Na hertelling is gebleken dat het totale bedrag aan in beslag genomen kleingeld niet 287,- euro maar 277,- euro moet zijn. Met het in beslag genomen briefgeld van in totaal 100,- euro maakt dit een totaalbedrag van 377,- euro.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 2 oktober 2020, opgenomen op pagina 355 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam ] :
Ik ken [verdachte] al heel lang. Ik kocht meestal 3 zakjes coke voor 50,- euro. Dat was dan 1,5 gram. De kwaliteit was redelijk. Begin van het jaar heb ik heel veel bij hem afgenomen. Dat was januari tot maart.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2020, opgenomen op pagina 258 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 23 september 2020 omstreeks 14.04 uur heeft er een doorzoeking plaatsgevonden op perceel [adres] te Emmen.
Keuken:
In de keuken werd op de bovenste plank van een keukenkast welke zich midden boven het aanrecht bevindt een witte beker aangetroffen waarin contant geld zat. Dit betrof een totaalbedrag van 4.125,- euro.
Bijkeuken:
In de bijkeuken werd aan de kapstok een plastic boodschappentas van Lidl aangetroffen. In deze boodschappentas zat een zwarte tas waarin een grijs metalen geldkist werd aangetroffen. Deze metalen geldkist was afgesloten en is door mij, verbalisant [verbalisant] , geopend. In de geldkist werd vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen. Het complete geldkistje met inhoud werd in beslaggenomen.
Gang:
In de hal bevindt zich een gangkast welke zich onder de trap bevindt. In deze gangkast werd een kastje met zes laden aangetroffen. In dit ladenkastje werd in een laadje 3 plastic gripzakjes met een wit poeder aangetroffen. In een lade werd een voorraad lege plastic gripzakjes aangetroffen. In een lade werd in totaal 230,- euro aan contant geld aangetroffen. Deze goederen werden in beslag genomen.
In de gangkast werd in een plastic tas een grijs metalen geldkistje en een voorraad lege plastic gripzakjes aangetroffen. In het grijze geldkistje werd een witte poeder substantie aangetroffen welke mogelijk verdovende middelen betreft. Het complete geldkistje met inhoud werd in beslag genomen voor nader onderzoek.
In de gangkast werd in een kartonnen doosje 30 gripzakjes voorzien van wit poeder aangetroffen welke waren verpakt in bundeltjes van zes gripzakjes. De gripzakjes met wit poeder werden in beslag genomen.
Slaapkamer 1:
Dit betreft de ouderenslaapkamer. Aan binnenzijde van de deurklink hingen drie handtasjes. In een zwarte handtas werd een witte enveloppe aangetroffen waarin 5 biljetten van 20,- euro en 17 biljetten van 50,- euro werd aangetroffen. Tevens werd een beige portemonnee aangetroffen waarin een biljet van 100,- euro zat.
Op een kledingkast werd een zwarte sporttas van het merk Hummel aangetroffen. Hierin zaten 6 gesealde pakketten waarin witte enveloppen met een inhoud zat.
In sealbag 1 zat: 10 enveloppen met in totaal een bedrag van 10.000,- euro.
In ieder enveloppe zat afzonderlijk 1000,- euro verpakt.
In sealbag 2 zat: 19 enveloppen met in totaal een bedrag van 19.000,- euro.
In ieder enveloppe zat afzonderlijk 1000,- euro verpakt.
In sealbag 3 zat: 10 enveloppen met in totaal een bedrag van 10 000,- euro.
In ieder enveloppe zat afzonderlijk 1000,- euro verpakt.
In sealbag 4 zat: 20 enveloppen met in totaal een bedrag van 20.020,- euro.
In ieder enveloppe zat op een enveloppe na afzonderlijk 1000,- euro verpakt.
In sealbag 5 zat: 21 enveloppen met in totaal een bedrag van 21.000,- euro.
In ieder enveloppe zat afzonderlijk 1000,- euro verpakt
In een inbouwkast werd een rode plastictas van de Kruidvat aangetroffen. Hierin zaten 18 enveloppen waarin een totaalbedrag van 17.750,- euro werd aangetroffen.
Boven in de kledingkast werd een wit plastic tasje aangetroffen waarin 18 enveloppen zaten waarin een totaalbedrag van 17.260,- euro werd aangetroffen.
Boven in de kleidingkast werd een enveloppe van de ABN-Amro aangetroffen waarin een totaalbedrag van 3.400,- euro zat.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal deelonderzoek witwassen d.d. 17 december 2020, opgenomen op pagina 465 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
De zesde sealbag is ongeopend aangeboden bij de afdeling Forensische Opsporing voor nader onderzoek op eventueel aanwezige sporen. Na onderzoek door de voornoemde afdeling werd in de zesde sealbag 20.010,- euro aangetroffen.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 24 september 2020 opgenomen op pagina 339 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 24 september 2020 te 12.40 uur werd door ons een onderzoek verricht
aan een partij vermoedelijk verdovende middelen.
Omschrijving: een natte, zwarte sok (maat 35/38), 6 lege, ongebruikte gripzakjes met rode rand en 36 gripzakjes met rode rand met in alle zakjes witte brokjes en poeder
Netto gewicht: 10,25 gram
Indicatieve testen: positief voor cocaïne
SIN: AAOF2036NL
Omschrijving: een grote, donkergrijze geldkist (zonder sleutel) met daarin vele vellen wit wc-papier en 4 dicht geknoopte, kleurloze, plastic zakjes met witte brokken en poeder
Netto gewicht : 783,03 gram
SIN Monster: AAOF2501NL
Indicatieve testen: positief voor cocaïne
Omschrijving: een kleine, donkergrijze geldkist (met sleutels) met daarin 5 lege gripzakjes met rode rand, 2 kleine sleutels met indruk "144" en een dicht geknoopte, kleurloze, plastic zak met daarin witte brokjes en poeder
Netto gewicht: 29,72 gram
SIN Monster: AAOD2709NL
Indicatieve testen: positief voor cocaïne
Een dicht geknoopte, kleurloze, plastic zak met daarin 2 grote, witte brokken en
wit poeder
Netto gewicht: 193,16 gram
SIN Monster: AAOD2710NL
Indicatieve testen: Positief voor cocaïne
Omschrijving: 6 lege, ongebruikte gripzakjes met rode rand en 36 gripzakjes met rode rand met in alle zakjes witte brokjes en poeder
Netto gewicht: 9,94 gram
SIN Monster: AAOD2345NL
Indicatieve testen: positief voor cocaïne
Omschrijving: 3 gripzakjes met rode rand met in alle zakjes witte
brokjes en poeder
Netto gewicht: 0,92 gram
Indicatieve testen: positief voor cocaïne
11. De deskundigenrapporten afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, opgemaakt door ing F. Wallace, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, te weten:
- NFIDENT-rapport d.d. 24 september 2020 opgenomen op pagina 344 van voornoemd dossier, inhoudende:
Kenmerk: AAOF2501NL
Omschrijving FO: poeder en brokken, wit, uit 783,03 gram
Conclusie: bevat cocaïne;
- NFIDENT-rapport d.d. 24 september 2020 opgenomen op pagina 345 van voornoemd dossier, inhoudende:
Kenmerk: AAOD2709NL
Omschrijving FO: poeder en brokken, wit, uit 29,72 gram
Conclusie: bevat cocaïne;
- NFIDENT-rapport d.d. 24 september 2020 opgenomen op pagina 346 van voornoemd dossier, inhoudende:
Kenmerk: AAOD2710NL
Omschrijving FO: poeder en brokjes, wit, uit 193,16 gram
Conclusie: bevat cocaïne;
- NFIDENT-rapport d.d. 24 september 2020 opgenomen op pagina 347 van voornoemd dossier, inhoudende:
Kenmerk: AAOD2345NL
Omschrijving FO: poeder en brokjes, wit, uit 9,94 gram
Conclusie: bevat cocaïne.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank dat uit de opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat verdachte al vanaf januari 2020 in verdovende middelen handelde. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode januari tot september 2020 in verdovende middelen heeft gehandeld.
Ten aanzien van feit 2 overweegt de rechtbank als volgt.
Op 23 september 2020 is in het kader van een onderzoek naar handelen in verdovende middelen, de woning van verdachte doorzocht. In de woning zijn ruim € 140.000,- en ruim
1. kilo cocaïne aangetroffen. Verdachte heeft erkend dat hij in verdovende middelen handelde, maar hij ontkent dat het aangetroffen geld in de woning - met uitzondering van het bedrag van € 4.125 - van misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft gesteld dat hij het geld heeft gewonnen met pokeren. In dit verband heeft verdachte ter zitting foto’s overhandigd waarop te zien is dat hij poker aan het spelen is. Ook is een lijst van een pokertoernooi overhandigd waarop de naam van verdachte staat.
De rechtbank volgt verdachte niet in zijn lezing over de herkomst van het geld. De rechtbank overweegt dat verdachte bij de politie geen verklaring heeft willen afleggen over de geldbedragen die in zijn woning zijn aangetroffen. Wel heeft verdachte verklaard dat hij in het verleden pokertoernooien heeft gewonnen, maar dat het gewonnen geld allang op was. De door verdachte overhandigde foto’s en lijst hebben mogelijk daarop betrekking, nu de overgelegde stukken niet zijn voorzien van een datum. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte inkomsten heeft verworven met zwart werk. Evenmin is door verdachte aannemelijk gemaakt dat het geldbedrag dat in de enveloppe met het logo van ABN-AMRO een legale herkomst heeft. De loutere stelling dat verdachte zwart werk heeft verricht en dat het geld in de bedoelde enveloppe een terugbetaalde lening betreft volstaat niet.
Daar komt bij dat de bij verdachte aangetroffen hoeveelheid cocaïne die verband heeft met zijn handel in drugs ook een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt die evenmin uit legaal inkomen van de verdachte kan worden verklaard.
Op grond van het hiervoor overwogene komt de rechtbank tot de conclusie dat de onder verdachte aangetroffen geldbedragen afkomstig zijn van eigen misdrijf, zodat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan eenvoudig witwassen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wel aannemelijk geworden dat het bedrag van € 900,- dat in de wasmand is aangetroffen aan de partner van verdachte toebehoort en geen illegale herkomst heeft. Dit bedrag valt daarom niet onder het bewezenverklaarde.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 23 september 2020 in Nederland,
opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en
hij op 23 september 2020 te Emmen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 1027 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 23 september 2020 te Emmen, een geldbedrag voorhanden heeft gehad terwijl hij wist, dat dit voorwerp onmiddellijk of middellijk, afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
2. Schuldwitwassen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - onder verwijzing naar de oriëntatiepunten - gepleit voor het opleggen van een straf waarvan het onvoorwaardelijk deel niet hoger is van het reeds ondergane voorarrest. In dit verband heeft de raadsman ook verwezen naar een uitspraak van rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:3687) die volgens hem vergelijkbaar is met de onderhavige zaak. In die zaak is een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan zeven maanden voorwaardelijk opgelegd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport van 4 maart 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 maart 2021, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het handelen in harddrugs gedurende negen maanden en het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne. Het gebruik van verdovende middelen vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en leidt dikwijls tot verslaving aan het gebruik ervan. Bovendien vindt een groot deel van de criminaliteit direct of indirect haar oorsprong in het gebruik van deze middelen.
De verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan eenvoudig witwassen van een contant geldbedrag van meer dan € 140.000,-. Er zijn sterke aanwijzingen dat hij dit bedrag heeft verdiend met de handel in verdovende middelen. Crimineel geld vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien heeft het in omloop zijn van een dergelijk, witgewassen en aan het zicht van justitie en de belastingdienst onttrokken geldbedrag een sterk corrumperende werking en faciliteert het veelal ander strafbaar handelen.
Verdachte heeft, na aanvankelijk zich op zijn zwijgrecht te hebben beroepen, ter zitting deels openheid van zaken gegeven. Daarmee heeft verdachte ook slechts ten dele de verantwoordelijk genomen voor zijn handelen. Naast zijn op zichzelf strafbare en laakbare handelen rekent de rechtbank het verdachte zwaar aan dat hij, getuige de op vele plekken in het huis aangetroffen drugs en/of geld, zijn gezin heeft betrokken bij zijn criminele activiteiten.
Voor enig vergelijk heeft de rechtbank voor de afdoening van deze zaak gekeken naar de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Als uitgangspunt voor het met enige regelmaat handelen in harddrugs gedurende 6 tot 12 maanden wordt daar een gevangenisstraf van 12 maanden gehanteerd. Voor het aanwezig hebben van tussen 1000 -1500 gram harddrugs zoals in het onderhavige geval, staat als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden vermeld. Gelet op de samenhang tussen de Opiumdelicten en het witwassen, alsmede al het voorgaande overwegende, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, zoals door de officier van justitie is geëist, een passende en geboden straf is.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de hierna te noemen inbeslaggenomen geldbedragen en andere voorwerpen, vatbaar voor verbeurdverklaring nu dit voorwerpen betreffen die door middel van de onder 1 en 2 bewezen feiten zijn verkregen of met behulp van welke deze feiten zijn begaan of voorbereid en deze toebehoren aan verdachte.
Voorwerpen:
197,- euro (Omschrijving: G1313204);
377,- euro (Omschrijving: G1312758);
10.000,- euro (Omschrijving: G1313005 Totaal 10.000 euro, 10 enveloppen a 1000,- euro sealbag nr 1);
19.000,- euro (Omschrijving: G1313045 Totaal 19.000,- euro, 19 enveloppen a 1.000,- euro sealbag 2);
10.000,- euro (Omschrijving: G1313047 Totaal 10.000,- euro, 10 enveloppen a 1.000,- euro sealbag 3);
20.020,- euro (Omschrijving: G1313067 Totaal 20.020,- euro, 20 enveloppen sealbag 4);
21. 000,- euro (Omschrijving: G1313081 Totaal 21.000,- euro, 21 enveloppen a 1000,- euro sealbag 5);
20.010 euro (Omschrijving sealbag 6)
4.125,- euro (Omschrijving: G1313106 Totaal 4125 euro 49x50, 51x20, 63x10 en 5x5 eurobiljet);
17.260,- euro (Omschrijving: G1313107 Totaal 17260 euro, in 18 enveloppen);
3.400,- euro (Omschrijving: G1313153 Totaal 3400,- euro 68 x 50,- eurobiljet);
230,- euro (Omschrijving: G1313160 Totaal 230 euro 2x50, 4x20, 4x10, 2x5 eurobiljetten);
17.750 ,- euro (Omschrijving: G1313170 Totaal 17.750,- euro verdeeld over 18 enveloppen);
1.055,- euro (Omschrijving: G1313193 Totaal 1055,- euro 1x5, 5x20, 17x50 en 1x100,- eurobiljet).
voertuig VP Polo, voorzien van kenteken [kenteken] ;
telefoon van het merk Samsung met imei-nummer 356339112348844.
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen geldbedrag € 900,- (Omschrijving: G1313095 9 biljetten a 100,- euro, totaal 900,- euro) moet worden teruggegeven aan [naam ] , geboren op [geboortedatum] 1983 te Emmen, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

197,- euro (Omschrijving: G1313204);
377,- euro (Omschrijving: G1312758);
10.000,- euro (Omschrijving: G1313005 Totaal 10.000 euro, 10 enveloppen a 1000,- euro sealbag nr 1);
19.000,- euro (Omschrijving: G1313045 Totaal 19.000,- euro, 19 enveloppen a 1.000,- euro sealbag 2);
10.000,- euro (Omschrijving: G1313047 Totaal 10.000,- euro, 10 enveloppen a 1.000,- euro sealbag 3);
20.020,- euro (Omschrijving: G1313067 Totaal 20.020,- euro, 20 enveloppen sealbag 4);
21. 000,- euro (Omschrijving: G1313081 Totaal 21.000,- euro, 21 enveloppen a 1000,- euro sealbag 5);
20.010 euro (Omschrijving sealbag 6)
4.125,- euro (Omschrijving: G1313106 Totaal 4125 euro 49x50, 51x20, 63x10 en 5x5 eurobiljet);
17.260,- euro (Omschrijving: G1313107 Totaal 17260 euro, in 18 enveloppen);
3.400,- euro (Omschrijving: G1313153 Totaal 3400,- euro 68 x 50,- eurobiljet);
230,- euro (Omschrijving: G1313160 Totaal 230 euro 2x50, 4x20, 4x10, 2x5 eurobiljetten);
17.750 ,- euro (Omschrijving: G1313170 Totaal 17.750,- euro verdeeld over 18 enveloppen);
1.055,- euro (Omschrijving: G1313193 Totaal 1055,- euro 1x5, 5x20, 17x50 en 1x100,- eurobiljet).
voertuig VP Polo, voorzien van kenteken [kenteken] ;
telefoon van het merk Samsung met imei-nummer 356339112348844.
Gelast de teruggaveaan [naam ] , [geboortedatum] 1983 te Emmen van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 900,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. J. Edgar en mr. M. van der Veen, rechters, bijgestaan door mr. D.M.A. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2021.
Mr. M. van der Veen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.