Uitspraak
.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Eiser had een aanvraag ingediend voor schadevergoeding wegens aardbevingsschade, die door mijnbouwactiviteiten was veroorzaakt. In het primaire besluit van 25 februari 2020 werd aan eiser een schadevergoeding van €3.825,40 toegekend, maar het bezwaar tegen dit besluit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 9 oktober 2020. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het niet eens was met de toekenning van de schadevergoeding en de bijkomende kosten. Eiser voerde aan dat de bezwaaradviescommissie partijdig was en dat er geen nader onderzoek naar de fundering van het pand had plaatsgevonden. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid van de commissie. Ook werd vastgesteld dat de deskundige geen noodzaak voor een funderingsonderzoek had geadviseerd, en dat de schade visueel te achterhalen was.
De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van deskundigenadviezen en de objectiviteit van de bezwaaradviescommissie in bestuursrechtelijke procedures.