ECLI:NL:RBNNE:2021:1101
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksueel misbruik van minderjarige stiefdochter
Op 2 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn minderjarige stiefdochter. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig was om tot een bewezenverklaring te komen. De zaak kwam ter terechtzitting na een aangifte van de vader van het slachtoffer, die in mei 2018 melding maakte van het misbruik. Het slachtoffer, geboren in 2004, had verklaard dat de verdachte haar tussen haar tiende en twaalfde levensjaar seksueel had misbruikt. De verklaringen van het slachtoffer werden door de officier van justitie als betrouwbaar beschouwd, maar de rechtbank oordeelde dat deze verklaringen niet voldoende steun vonden in ander bewijs. De rechtbank benadrukte dat zedenzaken vaak slechts door de verklaringen van de betrokkenen zelf moeten worden beoordeeld, en dat de wet vereist dat er naast de verklaring van één getuige ondersteunend bewijs aanwezig moet zijn. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van het slachtoffer, hoewel authentiek, niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen. De vordering van het slachtoffer tot schadevergoeding werd ook afgewezen, omdat de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen waren. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, die alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend.