Op 6 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had op 4 februari 2020 een verzoekschrift ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die op 31 januari 2020 was ingegaan en op 3 februari 2020 om 17:49 uur was vervallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift na de vervaldatum van de crisismaatregel was ingediend, waardoor de officier van justitie niet ontvankelijk werd verklaard in het verzoek. De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 7:5 onder a van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), dat bepaalt dat de crisismaatregel vervalt indien de geldigheidsduur is verstreken, tenzij er tijdig een verzoek tot voortzetting is ingediend. Aangezien het verzoekschrift pas na de vervaldatum was ontvangen, kon de officier van justitie niet meer om voortzetting vragen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter G.J. Baken en is op dezelfde dag schriftelijk vastgelegd. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.