Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder
[naam 1], [naam 2],
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 13 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Altijd Zorg en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Minister had een aanwijzing gegeven aan de stichting om zorg over te dragen aan een andere zorgaanbieder, en later een last onder dwangsom opgelegd toen de stichting hier niet aan voldeed. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Minister niet bevoegd was om deze aanwijzing te geven, omdat de zorg die de stichting verleende onder de Wet maatschappelijke ondersteuning viel, waarvoor de gemeente het bevoegd gezag is. De voorzieningenrechter stelde vast dat de Minister onvoldoende onderzoek had gedaan naar de feitelijke zorgverlening en dat de termijn voor de zorgoverdracht te kort was, vooral omdat deze viel in de kerstvakantie. De voorzieningenrechter benadrukte dat de zorg op de locatie niet op orde was, maar dat de cliëntveiligheid niet acuut in gevaar was. Daarom werden de verzoeken om voorlopige voorzieningen toegewezen en werden de besluiten van de Minister geschorst tot twee weken na de beslissing op bezwaar. De Minister werd ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de stichting.