4.2.Aan het perceel, waarop het bestreden besluit betrekking heeft, is ingevolge het bestemmingsplan de bestemming 'Maatschappelijk - 2' toegekend.
Ingevolge artikel 14.1, aanhef en onder a, onder 6, van de planvoorschriften zijn de voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden, voor zover hier van belang, bestemd voor de gebouwen ten behoeve van sociaal-medische doeleinden.
Ingevolge artikel 14.6, onder a, van de planvoorschriften kunnen burgemeester en wethouders, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat, indien aan de onder 1 t/m 12 genoemde voorwaarden wordt voldaan, binnen de bestemming 'Maatschappelijk - 2' de functie wonen, gerelateerd aan zorgvoorzieningen, wordt toegestaan.
5. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat vastgesteld is dat op het perceel sprake is van wonen door cliënten en personeel van verzoekster. Naar de mening van verweerder is daarmee sprake van een overtreding van artikel 14.1, aanhef en onder a, onder 6, van de planvoorschriften, aangezien wonen ter plaatse van de bestemming 'Maatschappelijk - 2' niet is toegestaan.
6. Verzoekster betwist dat sprake is van een overtreding van de planvoorschriften van het bestemmingsplan. In dit verband wijst verzoekster erop dat ter plaatse zorg geleverd wordt die kwalificeert als dienstverlening ten behoeve van sociaal-medische doeleinden. Dat dit gebruik ook verblijf gedurende de nacht omvat in combinatie met zorg staat aan een rechtmatig gebruik niet in de weg aldus verzoekster. Verzoekster wijst op vaste jurisprudentie waarin is geoordeeld dat voor de vraag of het gebruik van de locatie al dan niet binnen de bestemming 'maatschappelijk' valt, aangesloten moet worden bij de norm van 'nagenoeg zelfstandige bewoning'. In het geval van cliënten is volgens verzoekster in het geheel geen sprake van nagenoeg zelfstandige bewoning. Cliënten verblijven zowel overdag als 's nachts in de instelling, waarbij voortdurend begeleiding aanwezig is. Verzoekster wijst erop dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in vergelijkbare gevallen heeft bepaald dat geen sprake kan zijn van 'nagenoeg zelfstandige bewoning' op grond waarvan het gebruik door verzoekster als passend binnen de bestemming 'Maatschappelijk - 2' moet worden aangemerkt.
7. De voorzieningenrechter stelt vast dat niet in geschil is dat op basis van het vigerende bestemmingsplan wonen en recreatief wonen ter plaatse van het perceel niet is toegestaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt dit allereerst uit het feit dat de bestemming 'Wonen' die in de regels is opgenomen niet geldt voor het onderhavige perceel. Vervolgens dient te worden vastgesteld dat op het perceel de bestemming 'Maatschappelijk - 2' rust, hetgeen impliceert dat, gezien de beschrijving van deze bestemming, wonen ter plaatse niet is toegestaan. Ten slotte leidt de voorzieningenrechter ook uit de Dorpsvisie Rolde, waarop het bestemmingsplan mede gebaseerd is, af dat wonen op het perceel niet is toegestaan, nu expliciet is opgenomen dat woningbouw, ook in recreatieve vorm, dient te worden uitgesloten.