4.3.bepaalt dat de procedure van verzoeker met parketnummer 18/850108-17 dient te worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is ter zitting gegeven door mr. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, en
mr. A.M.A.M. Kager en mr. A. Jongsma, als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door
mr. E.A. Ruiter, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2020.
de griffier de voorzitter
Tegen de beslissing staat geen rechtsmiddel open.
proces-verbaal
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
parketnummer 18/850108-17
proces-verbaal van het op 4 februari 2020 ter openbare terechtzitting gedane verzoek tot wraking in de zaak tegen
[naam],
geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .
Tegenwoordig:
mr. O.J. Bosker, voorzitter,
mr. M. Brinksma en mr. M.B.W. Venema, rechters,
mr. O.S. von Bartheld en mr. H.J. Timmer, officieren van justitie en
A.W. ten Have-Imminga, griffier.
De verdachte is wel verschenen.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. R. van der Wal, advocaat te Hengelo.
De voorzitter vermaant verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De voorzitter vangt aan met het onderzoek naar de feiten en de ondervraging van verdachte.
De raadsman neemt het woord en wraakt de rechtbank op de volgende grond:
Schijn van vooringenomenheid, hetgeen blijkt uit het volgende:
- Door de arts is duidelijk aangegeven dat sprake is van ziekte. Cliënt kan niet lang zitten en dat is wel vereist tijdens een inhoudelijke behandeling. Een korte pauze biedt geen soelaas, ook dan zal cliënt zitten of staan… terwijl cliënt nu juist plat moet liggen.
- Het concentratievermogen van cliënt is beperkt. Dat valt ook op te maken uit de medische rapportage. Het staat er ook met zoveel woorden:
“Dat patiënt mentaal niet helemaal bij de les is, lijkt logisch gezien zijn pijnklachten, de fysieke beperkingen en het gebruik van pijnmedicatie waaronder Diazepam.”
- Gisterenavond heb ik hier nog met de arts over gebeld en hij heeft dit nogmaals bevestigd; cliënt is niet in staat om zich lang te concentreren, door pijnklachten en medicijnen waaronder Diazepam.
- Om zich goed te kunnen verdedigen is vereist dat cliënt mentaal bij de les is. Om te beoordelen of cliënt wel of niet helemaal bij de les is, is medische expertise vereist. Niet is gebleken dat de rechtbank zich heeft laten voorlichten door een medisch deskundige.
- De opinie van de rechtbank is niet gestoeld op deskundig advies, bijvoorbeeld van een arts, maar is leken inzicht die mogelijk kennelijk wordt beïnvloed door de wens van een snelle voortgang van een proces.
- De verdediging interpreteert het standpunt van de rechtbank dan ook dat de rechtbank een (goed onderbouwde) verklaring van cliënt niet noodzakelijk acht om een beslissing te kunnen nemen in deze zaak. Dit is namelijk wel degelijk mogelijk, ook binnen afzienbare tijd door zittingsdagen te plannen in de periode waarin verhinderdata zijn opgevraagd. Overigens is het Harka dossier er ook in de zaak tegen de medeverdachten in een half uur doorheen gejast, waarmee het belang van zorgvuldigheid duidelijk moet wijken voor een snelle afhandeling.
- Het dossier zoals het er nu ligt is kennelijk voldoende en een verklaring van de hoofdpersonen, de verdachten, acht de rechtbank niet van belang. Hiermee is de schijn van vooringenomenheid gewekt.
Bovenstaande grond is door de voorzitter/griffier aan de raadsman voorgelezen en deze heeft desgevraagd bevestigd dat dit de grond is voor zijn verzoek tot wraking, en plaatst zijn handtekening hieronder.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.