ECLI:NL:RBNNE:2020:5207
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen betalingsspecificatie in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke kwestie tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een betalingsspecificatie die op 11 november 2019 was verzonden, maar dit bezwaar werd door de verweerder niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat een betalingsspecificatie niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het geen rechtsgevolg met zich meebrengt. De rechtbank baseerde haar oordeel op artikel 1:3 van de Awb, waarin staat dat alleen besluiten die een publiekrechtelijke rechtshandeling bevatten en gericht zijn op wijziging van rechten, aanspraken of plichten, als besluiten kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de betalingsspecificatie in dit geval slechts een herhaling van een eerder genomen besluit was en dat er geen nieuw rechtsgevolg aan verbonden was. Daarom werd het beroep van de eiser ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. F. Sijens, met griffier M.J. 't Hart aanwezig. De uitspraak is bekendgemaakt op een later moment, waarbij werd opgemerkt dat deze niet op een openbare zitting is uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.