Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.S. van Es, tegen de rechter-commissaris mr. T.M.L. Wolters. Dit verzoek volgde op een beslissing van mr. Wolters van 17 april 2020, waarin hij de vordering van de officier van justitie tot schorsing van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van de verzoeker had toegewezen. De verzoeker was van mening dat mr. Wolters niet onpartijdig was en diende daarom een wrakingsverzoek in.
De rechtbank overwoog dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter die een einduitspraak heeft gedaan in de zaak. Aangezien de behandeling van de zaak was geëindigd met de uitspraak van mr. Wolters, was het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft daarom besloten om af te zien van een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank verklaarde het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk, met de opdracht tot onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de betrokken partijen.