Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 oktober 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
A. [naam directeur] , directeur Informatie en Services.
Overwegingen
“De werkgever zal de door de ambtenaar verschuldigde kosten voor juridische bijstand vergoeden tot een bedrag van maximaal € 5.000,- (exclusief BTW en inclusief kantoorkosten) van een door de werkgever te ontvangen factuur van de gemachtigde van de ambtenaar, mits de ambtenaar deze kosten daadwerkelijk maakt en/of de kosten niet vergoed worden door een rechtsbijstandsverzekering en/of op grond van een vakbondslidmaatschap.”
“Met nakoming van het hierboven staande zullen de werkgever en de Gemeente Groningen jegens de ambtenaar finaal zijn gekweten voor alle verplichtingen voortvloeiende uit de aanstelling van de ambtenaar en/of de beëindiging daarvan.”
16 januari 2018 ondertekende vaststellingsovereenkomst rechtsgeldig is, nu eiser die niet mede heeft ondertekend. Meer in het bijzonder ligt de vraag voor of het primaire besluit, waarbij eiser met ingang van 1 januari 2019 op eigen verzoek eervol ontslag is verleend, in rechte houdbaar is.
Beslissing
H.M. Eleveld, griffier, op 14 oktober 2020. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende maandag na deze datum.