In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de uitleg van een non-concurrentiebeding in een koopovereenkomst. [eiser] had van [gedaagde] de webshop Travelasurprise.com gekocht, waarbij een non-concurrentiebeding was opgenomen dat [gedaagde] verbood om gedurende drie jaar na de overdracht van de webshop vergelijkbare activiteiten te ontplooien. Na de overdracht heeft [gedaagde] echter een nieuwe webshop, SurpriseSki.com, ontwikkeld en aangeboden, wat door [eiser] werd gezien als een schending van het non-concurrentiebeding.
De rechtbank heeft de uitleg van het non-concurrentiebeding beoordeeld aan de hand van de Haviltex-maatstaf, waarbij de bedoeling van partijen centraal staat. De rechtbank oordeelde dat het non-concurrentiebeding niet alleen betrekking had op het exploiteren van vergelijkbare webshops, maar ook op het ontwikkelen en te koop aanbieden van dergelijke webshops. Dit leidde tot de conclusie dat [gedaagde] het non-concurrentiebeding had geschonden.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van [eiser] tot betaling van een contractuele boete van € 25.000,00, vermeerderd met € 1.000,00 per dag dat de inbreuk voortduurt, toegewezen. [gedaagde] had verzocht om matiging van de boete, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende gronden waren voor matiging. De rechtbank heeft de boete vastgesteld op € 32.000,00, inclusief de verhoging voor de dagen dat de inbreuk heeft voortgeduurd. Tevens zijn de buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen, met wettelijke rente over de toegewezen bedragen.