Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2020 een tussenbeschikking gegeven in een familiekwestie betreffende de omgangsregeling tussen een man en zijn kinderen. De rechtbank constateert dat de vrouw de eerder vastgestelde omgangsregeling niet nakomt. De man heeft de rechtbank geïnformeerd dat de vrouw op 18 januari 2020 de omgang heeft afgezegd en dat er geen geldige redenen waren voor deze afzegging. De rechtbank heeft de vrouw niet ter zitting gezien om uitleg te geven over haar afwezigheid en het niet-nakomen van de regeling. De rechtbank oordeelt dat de vrouw in strijd handelt met de beschikking van 4 december 2019, waarin de omgangsregeling was vastgesteld. Om de vrouw te prikkelen de omgangsregeling na te komen, heeft de rechtbank besloten een dwangsom op te leggen van € 50,- per keer dat zij haar medewerking niet verleent, met een maximum van € 600,-. Deze dwangsom kan door de man worden verrekend met de kinderalimentatie die hij aan de vrouw moet betalen. Daarnaast heeft de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming opgedragen om het onderzoek naar de omgangsregeling uit te breiden naar het gezag over de kinderen. De zaak wordt aangehouden in afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek.