13.2.De rechtbank wenst van eiser nog een onderbouwing te ontvangen van de stelling dat Heartbeat aan eiser de zorg kan verlenen die eiser volgens hem nodig heeft.
14. Op 22 november 2019 heeft verweerder de rechtbank in kennis gesteld van het feit dat verweerder op 18 november 2019 een gewijzigd besluit op bezwaar (bestreden besluit II) heeft genomen.
15. Bij het bestreden besluit II heeft verweerder het bezwaar - wederom - ongegrond verklaard en een gewijzigde aanvullende motivering gegeven. Verweerder heeft de kwaliteit van de te leveren zorg aan het besluit tot afwijzing van de maatwerkvoorziening ten grondslag gelegd. Verweerder is van mening dat uit de artikelen 2.3.6 van de Wmo en 2.3.6 lid 2 onder c en lid 3, van de Wmo volgt dat verweerder een oordeel kan hebben over de kwaliteit van de in te kopen zorg en de besteding van het pgb. Heartbeat dient de zorg te leveren die voldoet aan de criteria die verweerder stelt aan aanbieders van beschermd wonen. Bij pgb-aanbieders als Heartbeat - waarmee geen contract is afgesloten - zal de kwaliteit per maatwerkvoorziening onderzocht moeten worden. De aanvrager is dan gehouden die informatie te verstrekken die nodig is voor het bepalen van de kwaliteit van de maatwerkvoorziening. In dit verband verwijst verweerder naar 2.3.8 derde lid, van de Wmo. Ondanks een verzoek daartoe is geen informatie verstrekt. De informatie is wel nodig om tot een goede beoordeling van de maatwerkvoorziening te komen. Op basis van de thans beschikbare gegevens is er geen sprake van pgb-vaardigheid.
16. Naar aanleiding van het verzoek van de rechtbank van 19 november 2019 heeft eisers gemachtigde een email van mevrouw [naam medewerker] van 28 november 2019 ingebracht waarin zij onderbouwt dat Heartbeat aan eiser de zorg kan leveren die eiser volgens hem nodig heeft. In de email geeft zij aan dat zij lang bij andere grote zorginstellingen heeft gewerkt met diverse doelgroepen. Vanwege de grootschaligheid van deze instellingen is het idee ontstaan om een kleinschalig wooninitiatief op te starten. Vanwege de kleinschaligheid kan Heartbeat meer aandacht besteden aan zijn cliënten. Heartbeat signaleert vanwege de kleinschaligheid eerder problemen. Heartbeat spreekt zijn cliënten aan op eigen verantwoordelijkheid. Er vindt ondersteuning en begeleiding plaats ten aanzien van de ADL en het wonen. In geval van terugval zal er direct actie worden ondernomen en zullen externen zoals VNN of GGZ worden ingelicht. Deze instellingen gaan ook over de inhoudelijke problematiek. Voorts is een begeleidingsplan van Heartbeat ingebracht, waarin eisers zorggebieden, doelen en evaluaties staan beschreven. Tevens is informatie van Dagbesteding Regelmaat ingebracht. Ten slotte heeft eiser een schrijven van zijn mentor en algemene informatie betreffende Heartbeat ingebracht.
Tevens is er correspondentie tussen eisers gemachtigde en verweerder ingebracht (Antwoord op de vragen van het college inzake dhr. [medewerker college] , beroep 19/2780), waarin onder andere wordt uiteengezet welke medewerkers er bij Heartbeat werken. Voorts is een actueel dienstrooster en dagprogramma overgelegd. Hieruit blijkt dat Heartbeat twee betaalde krachten in dienst heeft. Tevens zijn er drie vrijwilligers bij Heartbeat werkzaam. Heartbeat maakt indien nodig gebruik van inhuur zzp’ers. De betaalde krachten hebben SPW-4 niveau en zij worden elke dienst ingezet en zijn in ieder geval aanwezig vanaf 08:45 uur tot en met 18:00 uur. Na 18:00 uur is de eigenaar zelf aanwezig tot 23:00 uur. Vrijwilligers met niveau (3) van verzorgende (IG) zijn er vanaf 11:00 uur tot 16:00 uur en in overleg met activiteiten in de avonduren. Hearbeat heeft één vrijwilliger met HBO-niveau. Deze wordt ingezet na overleg en indien nodig. In de nacht is er geen begeleiding aanwezig, maar mevrouw [naam SPW-4 kracht] is altijd bereikbaar en beschikbaar als dit nodig is. De eigenaar gaat steekproefsgewijs langs op locatie. Er is geen nachtdienst meer op de locatie aanwezig vanwege het stopzetten van de maatwerkvoorzieningen van de bewoners van Heartbeat.
In geval van verstrekking van de maatwerkvoorzieningen zal Heartbeat zorgen voor een nachtdienst, die zal worden bezet door een SPW- 4 kracht. Binnen vier minuten (met de auto) kan begeleiding op de locatie aanwezig zijn. In geval van afwezigheid van mevrouw [naam SPW-4 kracht] is er altijd een achterwacht beschikbaar. Dit is ook een gediplomeerde SPW-4 kracht.
17. Op 28 november 2019 heeft verweerder gereageerd op het verzoek van de rechtbank. Verweerder is van mening dat uit het onderzoeksverslag van 14 februari 2019 blijkt welke problematiek eiser heeft. Voor wat betreft de opsomming van de kwaliteitscriteria verwijst verweerder naar pagina 23 en 25 van het Handboek ‘Beschermd wonen vanaf 2019’. Verweerder heeft tevens bijgevoegd de handreiking ‘beschermd wonen vanaf 2019’ en het Kwaliteitskader Beschermd wonen en Opvang Groningen. Uit het onderzoeksverslag blijkt volgens verweerder waarom Heartbeat niet de zorg levert die verweerder nodig acht. Verweerder acht de instellingen [naam instelling] te Leek of Eenrum geschikt. Ook de [naam instelling 2] in Veendam, [naam instelling 3] in Veelerveen en [naam instelling 4] in Slochteren acht verweerder geschikt voor eiser. Deze instellingen bieden beschermd wonen plekken en zijn geschikt voor bewoners met eisers problematiek.
18. Bij brief van 5 december 2019 heeft Heartbeat een reactie ingediend op het verweerschrift van 28 november 2019.
19. Bij brief van 6 december 2019 is namens eiser een pleitnotitie ingebracht. Eiser heeft een reactie gegeven op het verweerschrift en zijn standpunten herhaald. Eiser heeft tevens aangegeven het eens te zijn met verweerders stelling dat Heartbeat geen ‘verblijf met 24-uurs toezicht‘ biedt, maar dat hij dat ook niet heeft beweerd.
De rechtbank overweegt als volgt.
20. De rechtbank stelt allereerst voorop dat het bestreden besluit II een wijzigingsbesluit in als bedoeld in artikel 6:19 van de Awb. Ingevolge die bepaling is het beroep van eisers van rechtswege mede gericht tegen dat besluit. Eiser heeft naar het oordeel van de rechtbank geen belang meer bij het beroep tegen het bestreden besluit I. In zoverre is zijn beroep niet-ontvankelijk. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser wel belang bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit II.
21. Op grond van artikel 1.2.1. sub b van de Wmo 2015 zijn alle gemeenten verantwoordelijk voor het beschermd wonen. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Groningen echter bij de Centrumregeling Beschermd Wonen Groningen (Centrumregeling) door het Rijk aangewezen als centrumgemeente voor alle 23 Groningse gemeentes. Het doel en belang van deze regeling is in artikel 2 zo geformuleerd dat de taken en bevoegdheden van de regiogemeentes vanuit de Wmo 2015 onder meer op het gebied van beschermd wonen, door mandaat en volmacht worden opgedragen aan de centrumgemeente.
De centrumgemeente is daarbij onder meer verantwoordelijk voor de financiering en het (her)indiceren en plaatsen van cliënten voor beschermd wonen.
Ingevolge artikel 4, vierde lid, onder h, van de Centrumregeling is het afgeven van een beschikking voor beschermd wonen gemandateerd aan de centrumgemeente Groningen.
De kwaliteit van de door Heartbeat verstrekte zorg