Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 januari 2019,
- het proces-verbaal van comparitie na antwoord van 25 juni 2019,
- de brief van 2 augustus 2019 van de zijde van Univé,
- de akte omvang schade, tevens akte wijziging, vermindering eis, van de zijde van [eiser] ,
- de antwoordakte omvang schade, tevens antwoordakte wijziging, vermindering eis, van de zijde van Univé.
2.De feiten
3.Het geschil
- een bedrag van € 54.637,74 zijnde het geschatte bedrag aan schadevergoeding voor de periode na 3 oktober 2018,
De meest passende oplossing was in dienst te blijven en de tijd krijgen om in de luwte van het opzegverbod en gegeven de re-integratieverplichtingen van de werkgever te herstellen.
4.De beoordeling
"totaal geen vertrouwen meer heeft in de stichting, het liefste morgen weg wil en er klaar mee is". Ook geeft [vertegenwoordiger van de stichting] in het
3.222,00(3,0 punten × tarief € 1.074,00)